Excursie Plantage Willem III e.o. – 27 januari 2018

Hanneke Lankhof schreef:

© GMD

Konikpaarden

Met 11 vogelaars gaan we naar Plantage Willem III, een glooiend gebied bij Elst aan de zuidkant van de Utrechtse heuvelrug. Er leven damherten, konikspaarden en gallowayrunderen, die zorgen voor een halfopen landschap. Qua vogels kunnen we van alles verwachten op deze koude januaridag ca. 5 gr (gevoelstemp ligt onder het vriespunt!) in een tot nu toe zacht verlopende winter.
Bij het uitstappen op de parkeerplaats is het nog vrij stil. Als we het gebied betreden zien we al gauw de vele damherten, koniks en zwaar gebouwde galloways. We moeten goed uitkijken waar we lopen, het pad ligt bezaaid met hun uitwerpselen. Boven ons trekken verscheidene linies kolganzen en grauwe ganzen luidruchtig over. We turen de topjes van bomen en struiken af, maar weinig bijzonders te zien, wat pimpel- en koolmezen. Op de achtergrond de roep van een raaf, die we na wat speurwerk ook te zien krijgen. Verder lopend ontdekken we 2 kuifmeesje tussen de heide. De teller staat nog maar op 12 soorten als we de roep van havik vrouw horen. Er is even verwarring, maar de determinatie app leert ons dat de groene specht echt anders roept.
Bij een bankje met fraai uitzicht over het glooiende terrein met de Rijn in de verte, genieten we van dit mooie gebied èn onze koffie. Naar beneden lopend zoeken we naarstig naar nieuwe soorten, zonder resultaat. Op de parkeerplaats wacht ons een verrassing: een zwarte mees, die zich uitbundig laat horen en lekker dichtbij komt. Goedgemutst lopen we naar de Elsterwaard. We zakken af naar de uiterwaard en zien daar massa’s grauwe ganzen en brandganzen. Het pad naar het kijkscherm loopt langs het veld met deze ganzen. We besluiten de foerageerders met rust te laten en het scherm voor gezien te houden.
We gaan met de auto naar het uitkijkplatform bij de Amerongse Bovenpolder. Hier treffen we wintertalingen (450), wilde eenden, krakeenden, vrouw grote zaagbek, lepelaars (2), grote zilverreigers, fuut en aalscholvers. We krijgen een warm gevoel van deze watervogels, ondanks dat de wind koud en hard in ons gezicht blaast. In de verte zien we een gemengde groep koperwieken met putters, sijzen en barmsijzen in een boom invallen. Helaas hebben slechts enkelen de barmsijzen gezien.
De volgende stop is bij kasteel Amerongen, van hieruit lopen we richting Bovenpolder. Onderweg zien we wederom weilanden vol grauwe ganzen, kolganzen en brandganzen. Als we de uiterwaard betreden, ontstaat er nog wat hilariteit over het verschil tussen stormmeeuw vs zilvermeeuw: de lieve kraaloogjes (feminine benadering) of de stoere zwarte vlek aan de snavel (masculine benadering). Hoe langer we stilstaan, hoe meer we ons voelen wegzakken in de zachte, natte klei. Te lang scopen, levert een struggle om los te komen op .… Ondertussen vliegt er een man havik over ons heen en bekijkt een buizerd vanuit een boom onze capriolen.
We besluiten deze leuke gezellige excursie, die toch nog 55 soorten heeft opgeleverd.