Sjef ten Berge schreef:
In de frisse ochtend, de nachten worden langer en zijn al bijna even lang als de dagen, lieten we ons door de navigatie naar de Schellingwouderbrug praten. Deze groene IJkant van Amsterdam is altijd weer verbazend door de aanwezigheid van groen nat land en stadse bouw in elkaars invloedsfeer. Om dit dorpse te benadrukken was er op de klinkerweg binnen het bebouwde lint van Durgerdam een show van ijverig zoekende huismussen alsof paard en wagen net gepasseerd waren. De klinkerweg, of liever de vorenruïne die ervan rest mag zo op de werelderfgoedlijst. Elke klinker hoort bij een ander patroon dan z’n buur.
We wandelden het asfaltweggetje aan de andere kant van de dijk af naar het kijkscherm, waar we het pingelend stijgen en dalen van kleine wolkjes baardman boven de rietvelden van zeer nabij meemaakten.
De gele kwikstaart ter plaatse gaf wel geluid maar had even zoveel keer geen beeld. Ook de lastige zon, doorgaans wel een bondgenoot op deze dag, maakte de krakeenden, meerkoeten en wilde eenden in het halve tegenlicht moeilijk van elkaar te onderscheiden. De slobeenden waren eenvoudiger, vooral als 200 snavels dezelfde kant op wegvlogen, was dat een niet te missen kenmerk. De dodaars is als silhouet ook niet te missen, maar dekking zoeken is zijn tweede natuur en dat beperkt de waarneemkans dan weer op een andere manier.
Ver weg, met IJburg als horizondecor daar weer achter, stonden er ten gerieve van de trekkende tapuiten hekjes opgesteld. Rechtop zitten en naar keuze een ander hekje opzoeken, dan wel even in het gras verdwijnen, was behulpzaam gedrag om gezien te worden. Slikjes en randjes daarentegen waren onzichtbaar door het lange gras langs de smalle slootjes en enig pad om van gezichtspunt te veranderen ontbrak. Kortom, de witgatjes, bosruiters, oeverlopers en watersnippen hadden zo veel rust en ruimte dat ze zich op geen enkele manier hoefden te verraden. Dan was de Cetti’s zanger, veel coöperatiever.
Op en langs de dijk liepen en reden we onszelf een beetje uit de ongunstige belichting weg. Havik en sperwer hadden het gemakkelijker bij hun verkenning. Ongegeneerd van de dijk af rechtdoor de bosschages van de oeverzone overvliegen is hun benadering van verspieden. De eendendrukte tussen de dijk en de zandbank een halve kilometer verder was indrukwekkend, het eclipskleed frustrerend. De poetsende lepelaars op de bank hadden naast een lijn drogende aalscholvers gezelschap van drie reuzensterns. Het kan zijn dat ze op deze zondagmorgen aan het uitslapen waren. In elk geval behoren ze half september zeker niet tot de voorhoede die vanaf de Oostzeekusten naar west Afrika trekt.
Het meest verrassend waren wel de kleine zestig krooneenden met een veilige vluchtroute van riet op de achtergrond en een kilometer verderop een vrij drijvend dertigtal tussen de meerkoeten, kuifeenden en vissende futen.
Tenslotte namen we afscheid van dit zonnige waterland met z’n vele fietsers en soms storende motoren terwijl we het idee hadden dat we nagewuifd werden door kieviten boven de zandbank en de IJmeer-eilanden.
Zo 15 – 09 – 2019 8.00 – 14.00u Driebergen
Temp: 17° → 21 °C Wind 2 → 3 Bft W Bew: ⅛ → ¾