Kop van Noord Holland – afd. Utrecht-stad

Jeroen Steenbergen schreef:

©GMD

Lachstern

Zondag 23 augustus kwam er, in ieder geval voorlopig, een einde aan de corona-stop wat betreft excursies van afdeling Utrecht-stad. Met een groep van 8 mensen brachten we een bezoek aan de kop van Noord-Holland, een bestemming die we wel vaker kiezen in de nazomer.
De hittegolf van de afgelopen weken was ten einde, onderweg viel een aantal pittige buien, er stond een harde westenwind. Op zich waren deze omstandigheden gunstig voor een kans op eindelijk die langsvliegende Vale Pijlstormvogel, een soort die jaarlijks rond deze tijd in deze buurt wordt opgemerkt. Maar toen we aan zee stonden, bleek het toch rustig. Wel was er voor onze aankomst een Vale Pijl gezien, naast een Kleinste Jager, maar deze bleken  niet voor ons weggelegd. Wel vloog er een groepje Jan van Genten fraai dichtbij langs en vloog ver op zee een Grote Jager. De wind blies ons wel erg in het gezicht, en in combinatie met een enkele bui was het lastig kijken.
We besloten na een tijdje verder te kijken bij de Putten bij Camperduin. Hier zagen we een fraai groepje Krombekstrandlopers, enkele andere soorten steltlopers en sterns. De enorme drukte van sterns die er tot recent het broedseizoen had doorgebracht bleek duidelijk voorbij: we zagen slechts enkele jonge Visdieven.
Eén van de soorten die hoog op ons wensenlijstje stond was de Lachstern. Deze soort pleistert jaarlijks in deze tijd in de kop van Noord Holland, waar de adulte vogels hun jongen op sleeptouw hebben en foerageren op ondergelopen bollenveldjes en boven de sloten in de polders. De meest recente waarneming (van een dag eerder) was een stukje terug richting Heiloo. Hier toch maar voor gekozen, want zelf zoeken zou mogelijk meer tijd kosten. Daar aangekomen vonden we al snel een vliegende Lachstern, maar helaas brak precies op dat moment een fikse bui los, zodat we even moesten wachten voor we beter konden kijken. Maar het kwam goed: een adulte vogel vergezeld door twee juvenielen vloog fraai langs ons heen. We vonden een pad in de polder die ons dichter bij de vogels bracht en kregen ze nog enkele keren mooi te zien. Een enorme discussie ontwikkelde zich, toen meerdere mensen er zeker van waren dat ze een knalrode snavel aan de vogel hadden gezien. Dit klopt niet met de soort, dus wat hadden ze nou gezien? Nadat de vogels nog een keer langsvlogen, bleek de oplossing in het feit dat de jonge vogels riepen tijdens het vliegen en ze de knalrode binnenkant van hun snavels toonden. Verwarrend.
Op een ondergelopen bollenveldje bij Petten was eerder vandaag een Grauwe Franjepoot gezien, die wilden we ook graag zien. Opnieuw flink tegen de wind in turend zochten we de vogel. Er liep een mooie verzameling steltlopers: Regenwulp, Groenpootruiter, Bosruiters, Kemphanen, een Kleine Strandloper, en daartussen ook opeens de Grauwe Franjepoot. Deze soort heeft vaak de neiging in snelle rondjes rond te zwemmen om te foerageren, maar dit exemplaar liep op het slik te pikken en was daardoor lastiger te vinden.
Toen ik mijn telefoon checkte op andere leuke waarnemingen van vandaag zag ik dat er op hetzelfde perceel ook een Gestreepte Strandloper was gezien. Dit is een amerikaanse soort die wel jaarlijks in het land wordt gezien, maar zeker geen alledaagse soort. Al snel hadden we deze vogel ook teruggevonden. Door de afstand, de wind en de tranende ogen was het nog niet makkelijk de vogel goed herkenbaar te zien, maar uiteindelijk heeft iedereen ‘m goed gezien. Terwijl we hier stonden vloog ook hier nog een Lachstern over.
Aangezien we het meeste van wat er te halen leek wel gevonden hadden besloten we halverwege de middag het er maar bij te laten. Met een aantal mooie waarnemingen was dit weer een mooie start van het nieuwe seizoen.