Lauwersmeer – 21 mei 2017

Jeroen Steenbergen schreef:

© GMD

Vale Gier in Scherpenzeel

Op zondag 21 mei hadden we een excursie gepland naar het Lauwersmeer.

Het begon met de nasleep van een waarneming van gisteren, en wel van een grote groep van maar liefst 29 Vale Gieren, die in de buurt van Renswoude waren gaan slapen na gisteren over Zuid-Holland en Utrecht te hebben gezworven. Met andere woorden: die wilden we wel wakker zien worden, dus een omrij-route was snel gekozen.
Om kwart voor zeven arriveerden we ter plekke, waar we de eerste Gieren al uit de slaapbomen zagen zweven. Enkele andere zaten bovenin dennen te wachten. De ene na de andere vogel vloog uit zijn boom en al snel waren ze verdwenen achter een bomenrand. Eén van de laatste vogels passeerde ons op korte afstand, wat een kolossaal beest! Wat een mooie waarneming en wat een geluk, we waren nog maar net op tijd geweest.

We zetten koers naar het noorden en begonnen in het Lauwersmeer-gebied in de Ezumakeech. Doordat het waterpeil hier hoog was, waren er relatief weinig steltlopers te vinden, dus zochten we in de rietvelden eerst naar Baardmannetjes. We vonden er enkele en opeens zat er een familiegroepje vlak bij in het riet. We telden een mannetje, een vrouwtje en drie jonge vogels, die zich prachtig lieten bekijken.
We reden naar de andere kant van de Keech, waar we op de slikplaten meerdere steltlopersoorten konden bewonderen: Kleine Strandlopers, Krombekstrandlopers, een enkele Temminck’s, Bontbekplevieren en flink wat Kemphanen. Een man Kemphaan probeerde flink indruk te maken met zijn uitgezette kraag.
Via de app kregen we een melding van een roepend Klein Waterhoen in het Jaap Deensgat, dus we besloten daar verder te vogelen. Daar aangekomen bleek er helaas een determinatiefout gemaakt te zijn: het betrof een zingende Waterral, met een geluid dat we ook niet dagelijks horen. Verder bevonden zich hier enkele Gele Kwikstaarten en opnieuw Baardmannetjes. Vanuit de hut zochten we de bomenranden af op roofvogels en na wat zoeken vonden we eerst één, en toen twee zwevende Zeearenden. Beide betroffen adulte vogels, erg contrastrijk met die witte staart.
Volgende doel was het Ballastplaatbos, waar we wilden zoeken naar Wielewalen. Dit bleek betrekkelijk eenvoudig, en behalve dat we de vogels prachtig hoorden roepen, zagen we ze ook geregeld door de kruinen vliegen. Ook zagen we hier enkele Grauwe Vliegenvangers. Op vlindergebied viel hier een flink aantal Landkaartjes op.
Na een kopje koffie, al dan niet met kibbeling, in de haven van Lauwersoog zochten we daar de sterns af. We hoopten tussen de Visdieven een Noordse Stern te ontdekken, wat met wat moeite ook lukte. Ook zagen we hier een gekleurringde Steenloper uit Hull en een Pontische Meeuw. Hierna zochten we de Bantpolder af op leuke soorten, waarvan enkele Kleine Zilverreigers de leukste waren.
Na dit onderdeel installeerden we ons op de dijk langs de Kustweg, om tussen de overtijende steltlopers te zoeken naar zeldzamere vogels als Breedbekstrandloper. Helaas lukte dit ondanks intensief speuren niet, maar we genoten wel van zomerkleed Drieteenstrandlopers, duizenden Bonte Strandlopers en Bontbekplevieren, een Eidereend met een crèche van 36 pullen en nog het één en ander. Hier besloten we de dag te beëindigen en terwijl we bijna in de auto stapten hing opeens een mannetje Grauwe Kiekendief dichtbij in de lucht, fraai!
Met een deel van de excursie hadden we nog een korte tussenstop bij de Bilt, waar eerder vandaag een Orpheusspotvogel was ontdekt. Deze vogel liet zich zeer moeizaam horen, net genoeg om zeker te zijn maar niet meer dan dat, dus daar besteedden we niet te veel tijd meer aan. Al met al hadden we toch al een leuk scala aan soorten bij elkaar gezien vandaag en moe maar voldaan namen we afscheid.