Einde Gooi en Tienhoven – 26 april 2015

Ron Keet schreef:

Het was  nagenoeg windstil weer, zeker in het Bos van het Einde Gooi. De lucht was grijs,  maar de vogels waren volop aan het zingen. De vele zangertjes als zwartkop, tjiftjaf en  fitis en waren weer terug. Het oude rustige beukenbos biedt o.a. plaats aan groene en grote bonte specht, boomklever, boomkruiper, goudhaan, zwarte mees, glanskop en zanglijster, die allen uitbundig te horen en vaak ook te zien waren. Een leerzame geluidsoefening onder leiding van Wigle Braaksma. De vele kronkelpaadjes zorgden er al lichtelijk verdwalend voor dat de wandeling toch nog 1,5 uur duurde. Duidelijk werd hoe moeilijk geluiden blijven en op elkaar kunnen lijken en verschillen. Zelfs soortgenoten spreken niet altijd precies dezelfde taal.

Toen op de fiets verder richting het Tienhovensch Kanaal. Net onderweg begon het flink te regenen. Gelukkig dat we bij een opengestelde tuin vlak voor de ingang van het Tienhovens kanaal onder parasols konden schuilen. Op die plek staat vaak koffie en thee, een geweldig privé-initiatief. Over onze parasol vloog een ijsvogel weg, die alleen door Wigle werd waargenomen.

Toen de regen ophield werd het tijd voor de omgeving van de Eendenkooi en de polder Achteraf. Zou er iets bijzonders te zien zijn? We werden niet teleurgesteld in onze verwachtingen. We kregen een prachtige grijze koekoek, die was neergestreken in een wilg uitgebreid te zien . De kneu, de rietzanger, de roodborsttapuit, de tuinfluiter(een merel op 78 toeren) en grasmus waren goed te horen en te zien. De sprinkhaanzanger, de gele kwikstaart en de waterral lieten zich met enige moeite beluisteren.

Steltlopers als witgat, bosruiter, kemphaan, groenpootruiter, tureluur, grutto en (regen)wulp, troffen we aan bij de randen van de plasjes of in de lucht. Ook de visdief, de zwarte stern, de lepelaar en de purperreiger waren weer teruggekeerd evenals een sub adulte vrouwtjes kiekendief. Wintertalingen waren er volop, net als de steeds meer voorkomende krakeend. Ook konden we in de polder Achteraf vaststellen, dat er een kokmeeuw kolonie is.
Verder fietsend kwamen we aan bij de Hervormde kerk te  Westbroek, met drie bewoonde ooievaarsnesten en in de onmiddellijke nabijheid nog eens  twee bewoonde nesten. De klepperende vogels waren goed te zien en verblijven blijkbaar graag in elkaars gezelschap, een soort semi-kolonievogel.
Het pad volgend langs de zijkant van de kerk, kwamen we in een boomholte een broedende wilde eend tegen. Op het daarna volgende (oorlogs)kerkhof, dat op een soort dijk ligt, hadden we prachtig zicht op de Noordkant van het Noorderpark, een ideale vogeluitkijkpost met zicht op foeragerende ooievaars en  ganzen.

Het was een hele leuke vogelochtend met maar liefst 82 verschillende vogelsoorten. De thuisblijvers hadden ongelijk. Met het kleine groepje van drie personen hebben we weer veel geleerd en genoten.