Zuidpier en Kennemermeer – 2 december 2018

Ron Keet schreef:

Ron Keet schreef:

Drieteenstrandloper

Met 10 personen komen we om 9.00 uur aan bij de Zuidpier van IJmuiden.  De zuidenwind is niet zo hard, maar toch slaan de golven nog stevig tegen  de basaltblokken van de Zuidpier aan. Opnieuw is de pier voor onze eigen veiligheid afgesloten.
We  lopen naar het strand. Wigle telt 140  drieteenstrandlopertjes, die in een mooie lange rij, in hun kenmerkende dribbelende stijl, beschutting bij elkaar zoeken aan de vloedlijn, af en toe opgeschrikt door  een loslopende hond. Tussendoor worden ook nog tientallen scholeksters en diverse meeuwensoorten geteld. Van Wigle horen we dat een zilvermeeuw pas na vier jaar zijn adulte kleed aanneemt, de verschillende jaarstadia van de meeuw zijn waar te nemen. Op zich is dat al een hele studie.

Op de pier treffen we een twintigtal verspreide steenlopers aan. We zien  de nodige oeverpiepers lopen en opvliegen. De vlucht is rechter dan van een graspieper, hij is iets groter en wat lichter bruin, terwijl zijn geluid wat minder pieperig maar meer metalig is.
Tussendoor zien we een grijze zeehond  en zien we geregeld de bruinvis tuimelen, met zijn vin naar boven gekeerd. Van een vaste bezoeker horen we dat de maximaal 1,5 meter lange walvis ook in het Noordzeekanaal zwemt. We  turen met onze telescopen naar de verschillende zeevogels. Een tweetal roodkeelduikers vallen goed te zien, op grote afstand zijn nog een viertal eidereenden waar te nemen. Het verdere spektakel blijft met de afgesloten pier uit.
In een zij-inham van de pier zijn vissers bezig. Kleine visjes worden  weer bevrijd en een steenloper loopt parmantig rond met een zeepier, die hij net van een visser heeft gekregen.
De visser vertelt me dat ze dat zo lekker vinden. Ze denken dus niet alleen aan hun vissen, maar genieten ook van de vogels.
In  de jachthaven, zien we  o.a. de dodaars, de fuut,  naast de vele aalscholvers.
Tenslotte gaan we naar het  Kennemermeer, waar we 46 tafeleenden, 10 kuifeenden en vele stormmeeuwen aantreffen.  Het enigszins varkensachtige geluid van de waterral is duidelijk waarneembaar. We gaan  in het drassige gebied bij het meer (vandaar de laarzen) op zoek naar het bokje, maar die valt helaas niet te vinden.  Het is ook een bijna geluidloze vogel. Tenslotte treffen we nog een zittende staartmees en diverse overvliegende groenlingen aan. Met een aantal van 31 soorten keren  we terug.