Arkemheen – 19-11-2023

Sjef ten Berge schreef:

©GMD

Torenvalk

Zonovergoten kletsnatte weilanden, daarmee begon deze zondagochtend, Verder weg in het lage land wakende en grazende grauwe, kol- en brandganzen. In de verre en nabije verte was het een komen en gaan van ganzenfamilies, wolken kieviten en niet te definiëren steltlopers. De eerste van een serie torenvalken deze dag hing al ijverig te speuren ver genoeg weg om de mussen van de nabije boerderij niet te storen in hun ochtendlijk gebabbel
Onze eerste goudplevieren scharrelden op uiterst links van de brede band ganzen en kieviten terwijl sommigen bewegingloos misschien nog wel een oogje toeknepen. Dat laatste konden we niet vaststellen. Tweehonderd meter verder weer een brede band ganzen op veilige afstand parallel aan de weg, daar waar een groepje kemphanen landde Bij nadere studie blijkt het daar een scharrellandje van tientallen kemphanen te zijn. Ergens in dat drukke zoeken en vinden zit een groep van zo’n twintig bonte strandlopers alleen maar veilig te zitten. Zondagsrust. Als we twee steenworpen verder stoppen om een wit vlekje te gaan bezien staan we oog in oog, wel op tweehonderd meter, met twee sub-adulte zeearenden. Vijf minuten later vertrekken ze met soepele slagen nauwelijks gehinderd door de toch al stevige zijwind. De witte vlek blijkt een half verdekt opgestelde slobeend. Halve kilometer verder maken we onze vierde bermstop . Onderwijl kruisen boven ons in de wind regelmatig watersnippen en kunnen we nauwelijks vaststellen of er meer smienten in de lucht zitten dan de overal verspreid grazende groepen in het sappige grasland. Een verre bruine kiekendief zorgt voor onrust in de verte, maar wij worden staande gehouden door een koereiger tussen de schapen in het weiland direct langs de weg. Toch niet helemaal op z’n gemak. Een jodelende wulp reageert op de zon bij dit oponthoud. Langs een beschut grasrandje blijken ook in deze vlakte een paar pijlstaarten een dutje te doen. Geen gemakkelijke opgave in de drukte van het omringende weiland. Nog een onverwacht voorkomen hier is een waterhoen in wijds land zonder de beschuttingen die normaal de voorkeur hebben. Zijn schutkleur is langs de moddervlaktes waar hij rondwaart z’n dekking..
De steenuil in de zon op het dak van een oude stal is wel erg zichtbaar. Dat vindt hijzelf ook en verdwijnt schielijk onder een gastvrije dakpan. Dan maar de dijk op om de paalzittende meeuwen en aalscholvers nader te bekijken. Er blijken kleine mantelmeeuwen en stormmeeuwen tussen de vele kokmeeuwen te zitten. Geen baardmannetjes te horen maar op het Nijkerkernauw zijn vooral de mannetjes brilduikers duidelijk aanwezig. Een enkele vrouw slechts. Speuren is het wel naar de grote zaagbek. Een man en een kilometer verder een vrouw Niet direct samenscholingen.
Als we terugrijden met een brede sloot langs de weg eindigt plots de jachtvlucht van een sperwer van achter ons, in de sloot Een mislukte verrassingsvlucht om een graspieper te verschalken of zomaar een blinde poging? We konden het niet reconstrueren, maar zagen wel de sperwer de kant op kruipen.
Ook voorbij de Arkersluis had de extreme regen van de laatste weken sommige weilanden tot een prikparadijs voor wulpen omgetoverd. De diepgang van het foerageren hier was wel een buitenkansje voor de verzamelde menigte.
De dodaars in de luwte van de Nijkerkerbrug en enkele paartjes nonnetjes waren voor ons het afscheid van een zonnig intermezzo tussen de buiíge dagen voor en na deze zondagmorgen