Sjef ten Berge schreef:
Bij de laatste tonen van de zwartkop gingen we lopen. Slagboom over en de zandbanen van het gesloten gebied op. In de halve schemering waren de spoelwaaiers van de twintig millimeter regen eerder die dag nog steeds indrukwekkend.
Een korte flits van een pluimstaart was niet genoeg om er een vos of een boommarter in te zien, maar in onze oren kwam de eerste houtsnip aan. De dubbele tsip-roep verraste ons bijna, zo vroeg als hij kwam.
Patrouillerende houtsnippen kruisten deze avond nog een keer of zes boven ons. De vraag kwam op of we via sonogrammen de verschillende snippen zouden kunnen herkennen. Nu moesten we een op niets gebaseerde schatting doen. Zeker twee en misschien drie exemplaren.
De eerste nachtzwaluw was qua vlucht en belichting een hoogtepunt. Hij leek stilstand af te wisselen met twee of drie zwenkende flapjes gevolgd door de herhaling in varianten. Omdat we ook de opdracht gekregen hadden om territoria vast te stellen, concentreerden we ons tussen de jachtvluchten door op de richting en de afstand van de ratelzang. De kwiet-roepjes en zelfs eenmaal het vleugelgeklap kregen we zo vanzelf mee.
Bij een stand van 9 à 10 territoria stapten we door enkele lage drijfzandachtige delen weer van het terrein af.
Ook de rosse vleermuis hield het toen voor gezien. In tevredenheid zal hij ons niet overtroffen hebben.