Biesbosch Noordwaard 05-09-2021

Sjef ten Berge schreef:

Zo 05 – 09 – 2021  8.30 – 15.00u  P-terrein Steurgat
Temp: 12°C 22°C   Wind ~ 2 Bft NO   Bew: 0  Neerslag 0 mm Mooie nazomerdag

Soortenlijst

 

 

 

 

 

 

Achttien maanden na de laatste precorona-excursie pakten we de draad weer op met een excursie naar de Noordwaard van de Biesbosch. Samen reizen in hetzelfde voertuig was er nog niet bij en zodoende kwam iedereen op eigen reisgelegenheid naar het afgesproken vertrekpunt onder de rook van Werkendam.
De vroeg patrouillerende havik en het halve dozijn overvliegende grutto’s leken wel verspieders van het leger vogelsoorten waar we het later op de dag nog zwaar mee zouden krijgen.
We haastten ons richting de Knotwilg (camping) om daar de parkeerfaciliteiten lichtelijk te frustreren. De vier kleine zilverreigers onderweg werden keurig over de intercom gecommuniceerd en de boerenzwaluwen waren al talrijk als muggen. De eerste kilometer dijk van de Witboomkil hield ons zo vaak staande dat we aan de tweede nooit meer toekwamen. Heel veel wintertaling nog half in eclips, al gearriveerde smienten, verspreide slobeenden, enkele krakeenden en wilde eenden maakten het gezoek tussen de in overmaat aanwezige grauwe ganzen tot een tijdrovende bezigheid. De kleine groepjes casarca’s en de in lijn opgestelde lepelaars waren prima ijkpunten op de slikken en zandplaten. Vier grote vogels bij elkaar met de kleur bruin van het Barneveldse leghoen op een smalle en verder lege zandplaat was een samenscholing van jonge zeearenden. Twee ervan kwamen ons vermaken en kruisten de een na de ander voorlangs op ooghoogte om een kadaver van wat dan ook uit water van Hardenhoek te tillen. Geen schijn van kans, ook al was het geen dood paard. Of een zeearend beteuterd kan kijken ontging ons. Ook voor zeearenden komt de wijsheid met de jaren. Intussen hadden andere ijverige ogen een jagende bruine kiek, een koel postende zilverplevier, een spiedend overkomende sperwer en zowaar enkele pijlstaarten in eclipskleed uit het blikveld te voorschijn gehaald. De lichte achtersteven opzij  van de pijlstaart verraadt nu al waar later in het jaar de witte zijvlek getoond zal worden. Intussen had de krachtige vleugelslag van de zeearenden ook kieviten en ganzen op het idee gebracht eens een ommetje te gaan vliegen. Eén zeearend moest op het huis blijven passen die bleef de hele tweeëneenhalf uur aan z’n smalle zandbank gekluisterd.
Het verbindende traject richting polder Maltha verliep ook niet rimpelloos. Een jaagshow van ruim een kwartier boven de ondiepe gevulde Spieringpolder door de visarend. Alsmaar biddend, dan weer vallend met de gele gestrekte klauwen in de aanslag en weer een stukje opschuivend. De berm vol dagjesmensen omzoomde onze excursiekaravaan.
Maltha gaf wat we elders nog niet hadden; Oeverzwaluw, Tjiftjaf, Cetti’s zanger, Pimpelmees, Buizerd én Dodaars. Een vlinderminnend gezelschap stond te popelen om ter plaatse de rouwmantel te betrappen.
Of het nog wat geworden is hebben we niet afgewacht. De hele zondag posten met je camera vraagt toch wel om een beloning. Kan de zon nog zo vrolijk schijnen, als compensatie voor een gemiste rouwmantel heelt hij niet alles.
De muggenwaard was de volgende aanvulling met niet alleen de roep maar ook beeld van de gele kwikstaart, een witgatjes familie, witte kwikstaart en kemphanen, bonte strandloper, kleine strandloper en grutto. 

Dat deze letterlijke Zondag de excursie twee uur uit deed lopen was niet echt iets waar om getreurd werd.