Brouwersdam – Stellendam – Schouwen – 16-02-2025

Sjef ten Berge schreef:

Met de lage opkomende zon in de achteruitkijkspiegels reden we richting kust. Twee splinternieuwe tunnels tussen Schiedam en Vlaardingen gaven het traject naar de buitenhaven van Stellendam extra stroomlijn, om dat woord maar eens te gebruiken. Twee steltlopertjes vlak over het binnenwater van de Buitenhaven vliegend waren ons welkom daar. Tureluurs.

Op het door laagwater eindeloze slik van Kwade hoek, hurkte ’n klein groepje kluten in de luwte van de strekdam. Geen overbodig comfort met een oostenwind van kracht 4 bij +1 graad Celsius. De robuuste wulpen waren tot in de verre verte verspreid aan het prikken in de slikken. Ergens tussendoor ging een zilverplevier op de vleugels en bonte strandlopers maakten ijverig en klein hun rennende speurtochtjes.
De buitenzone langs de Brouwersdam bestond uit verspreid zwemmende en duikende middelste zaag-bekken en brilduikers in aantallen waar we de tel niet bij kwijtraakten. Maar de paar mannetjeseiders waren qua kleurstelling wel een klasse apart. De dramatische populatieschommelingen in de laatste 50 jaar zijn aan het verenkleed gelukkig niet af te lezen. De eenzame zwarte zeeeend bij de spuisluis leende zich goed om de zwartheid van de veren en de karakteristieke snavelvorm in te prenten.

Het bezoekerscentrum “PiXlife Natuur Xperience” is op zondagmorgen geopend. Wel zo comfortabel om even een bakje te doen en te raden welke geprepareerde vogelsoorten er hangend aan onzichtbare draadjes tentoongesteld waren. Met een omtrekkende beweging gingen we langs de Prunje met het “geprupru” van de wintertalingen in de koude wind. Verder konden we baltsende slobeend, pijlstaart, bonte strandlopers en een enkele smient ontwaren. Voor de grutto’s moesten we wachten tot we de dijk opreden en bij de inlagen kwamen. Altijd leuk om daar de zwarte ruiter met de tureluur te kunnen vergelijken. Veel tijd waren we kwijt aan een grauwe “kemphaan”, die uiteindelijk thuisgebracht werd als een kanoet. We hadden vanaf die plaats op de dijk ook nog een prettige valse start want ons wegrijden werd onderbroken door een ijsvogel op een paaltje langs de oever van de Weevers Inlaag. Bij al deze taferelen was er altijd wel ver weg of dichtbij een jodelroep van de wulp. Met een sperwer en wat putters, die ook wel een paar jodelnoten in hun contactroep hebben verlieten we de oostflank van de Prunje. De opvliegende piepers waren waarschijnlijk graspiepers.

Via de Grevelingendam kregen we na alle doorstane kou een bijna tropisch fata morgana van hele- en halfroze flamingo’s. Die hadden zich met hulp van hun terreinkennis ter plaatse in een luwe hoek van de driesprong verschansd. Zulke lange kale poten vragen ook om een beetje luwte. Ruim honderd (101) exemplaren van deze hilarisch vormgegeven soort voegden in de late avondzon een onwaarschijnlijk warme ervaring aan het koude landschap toe.

@Bert

Flamingo