Dordtse & Sliedrechtse Biesbosch – 25-09-2018

Sjef ten Berge schreef:

© GMD

Koereigers

Zonder tegenwind en zonder file kwamen we voor de poort van de Dordtse Biesbosch. De poort was open, maar de brug, in dit geval de Merwedebrug was opgehaald, zodat we toch een beetje een aandeel kregen in de vertragingsstatistiek van die ochtend. De nieuwe Biesboschkaart, een coproductie van Staatsbosbeheer en de firma Falkplan lag vers op de toonbank van het bezoekerscentrum aan de Baanhoekweg. Zo konden we op papier zien dat het bedrijvenpark echt z’n uiterste best gedaan had om zo ver mogelijk naar het oosten op te rukken. De natte natuur had daar een onverbiddellijke  streep getrokken, zodat wij in de zompige polder op zoek konden gaan naar de overzomerende koereigers ter plaatse. De hele zomer lang had het groepje zich in de Zuilespolder laten bewonderen. Maar, dit waren resultaten uit het verleden en zoals we weten, moet je die minder vertrouwen dan je TomTom. Na rijp beraad besloten we de charolais koeien vanaf een dijkje te gaan bespieden. Elk wit was verdacht. We hadden geen lijntje met de hoog boven ons draaiende buizerds om een oogje mee te kijken en dus draaiden we op goed geluk de blik 180 graden.
Veel paarden zagen we met spreeuwen en soms een ekster op hun rug en bij nader inzien half verborgen, door walletjes en vegetatie koereigers ertussen en eronder. De ronkverse bagger, die net uit de sloot getrokken was hielp ons aan uitzicht op een vliegend ontbijt van zeven koereigers. Als het lekker is gaat een koereiger gewoon de paardenwei in.
De Zuidhaven, voor de kraai een afstand van zes kilometer, maar voor ons vijftien, bereikten we na een gedisciplineerde rit over bruggen, duikers en langs dijkjes. De noordoever van de Merwede hier is een zandig gebeuren met monumentale wilgen op stakige knoestige wortels, terwijl rietgordels over de aanpalende weitjes nooit ver uit de buurt zijn. Geen wonder dat boomkruiper, Cetti’s zanger en witte kwikstaart hier even de dienst uitmaakten, zodat we blij waren met een onverwachte koolmees.
We stopten bij een trektelpost. De tellers hadden het druk met de hoge doortrek terwijl wij geïnteresseerd het lage niveau van de slikkige Tongplaat analyseerden. Een immense verzameling grauwe gans, wintertaling, wilde eend en krakeend. Heel anders dan de dominante kuifeend eskaders op de Merwede met een spaarzame fuut. De Tongplaat blijkt verder bij lichte aandrang ook slobeend en pijlstaart prijs te geven en zelfs een smient. Dankzij z’n uitgestrektheid is de Tongplaat ook vogelgeniek vanuit een ander standpunt, en wel de uitkijkbunker. Een beetje van het steunzand aan de buitenkant van de bunker moet maar eens binnen gestort worden om de standhoogte op twintig centimeter plus te krijgen. Kleine personen krijgen hun kijkerblik niet over de uitzichtrand en klimmen óp de bunker. De ingebouwde lengtediscriminatie levert zo een prachtig schouwspel van massaal opvliegende eclipskleden op, maar bijna alles wat wild en interessant kan zijn gaat zo zelfs voor de beste telescoop te ver.  Alleen de kleine zilverreiger was al zo op afstand dat hij rustig door bleef stappen op zijn gele voeten.
We konden maar niet genoeg krijgen van de Tongplaat en togen naar het observatiepunt op de Zuiddijk, die daar De Elzen omsingelt. De afstand van één kilometer vergt zes autokilometers, maar deze bedevaart hadden we er graag voor over. We werden beloond, want waar we als enige steltloper tot dan toe de kievit hadden kwam nu een gezelschap van twee bonte strandlopertjes op de achterrand van een slikplaat zitten.
Ook de eerste dappere dodaars in het duizendkoppige geweld van al eerder genoemde eendenlegers mag een pareltje heten.
We hadden al ervaren, dat er buiten de vogelgeluiden een weldadige stilte heerste, niet in het minst dankzij de bijna afwezigheid van wind. Toen dat nog eens bevestigd werd door een hinnikend lachje van de kleine bonte specht op honderd meter wisten we dat we toch iets meegemaakt hadden.
De kaarsrechte rookpluimen op de horizon benadrukten dat een middelmatige vogeldag ook een boeiende, ontspannen en comfortabele natuurwandeling geweest was in een windstille en op ons gezelschap na geluidsarme Dordtse Biesbosch. Een stilte die je niet zou vermoeden bij zoveel bedrijvigheid en verkeer in de nabije omgeving.