Excursie 21 januari 2017 afd. Amersfoort, Oostvaardersplassen

‘s Morgens iets over half negen vertrokken we met negen deelnemers richting Oostvaardersplassen. Het beloofde een prachtige, zonnige dag te worden met weinig wind en een temperatuur van enkele graden boven nul. Er werd besloten eerst door polder Arkemheen naar het stoomgemaal Hertog Reinout te rijden, omdat bij dat gemaal een wak in het ijs zat, waar waarschijnlijk enkele nonnetjes te zien zouden zijn. Normaal gesproken vliegen nonnetjes direct weg zodra je in zicht komt, maar als er ijs ligt zijn ze aangewezen op de paar wakken die er nog over zijn, en verliezen ze deels hun natuurlijke schuwheid. Juist in barre tijden willen ze zo weinig mogelijk energie verspillen en blijven ze veel langer zitten.

Nonnetjes

© René de Waal

Nonnetjes

Na onderweg vergast te zijn op een mooie slechtvalk en direct al meerdere buizerds (we zouden er die dag vele zien) bleken de nonnetjes, drie mannetjes en twee vrouwtjes, inderdaad in het wak aanwezig, evenals een paartje brilduikers, die er direct met fluitende vleugels vandoor gingen zodra ze ons ontwaarden. De nonnetjes lieten zich echter uitvoerig bewonderen in een stralende zon, soms zwemmend, soms op het ijs zittend, en konden tot op vrij korte afstand benaderd worden om te fotograferen. Ondertussen vloog een tweetal ijsvogeltjes voortdurend heen en weer. Een feest om daar een half uurtje te vertoeven.

 

 

Blauwe kiek

Na het nonnetjesfestijn reden we door de Flevopolder via de Dodaarsweg richting Praamweg. De dodaarsweg stond erom bekend dat zich daar ’s winters enkele blauwe kiekendieven ophielden, maar de laatste jaren zijn ze daar zelden te vinden. Het geluk was aan onze kant: een prachtig mannetje liet zich jagend zien boven de velden. Ook enkele reeën hielden zich in het veld op.

 

Zeearenden

© Nel Bekema

Zeearenden

Eerst naar de grote Praambult. In de verte was een zeearend te zien, die zich te goed deed aan een kadaver. Een vrouwtje blauwe kiekendief kwam op vrij korte afstand voorbij . We besloten dat de arend vanaf de verderop gelegen kleine Praambult beter te zien zou zijn, en daar heen zouden rijden. Daar aangekomen bleek de arend veel beter te zien was, en dat er zich zelfs een tweede arend bevond, die even later de eerste gezelschap ging houden. De beide (onvolwassen) arenden werden natuurlijk voortdurend lastig gevallen door een groepje kraaien, die ook wel een stukje lustten.

 

 

Baardmannetjes

© René de Waal

Baardman

Besloten werd een bezoekje te brengen aan het informatiecentrum aan de Knardijk, om daarna het gebied een stuk in te wandelen. Bij het informatiecentrum was het erg druk, vooral omdat vele tientallen mensen op de grote plas aan het schaatsen waren. Ondanks ook de vele wandelaars zijn we toch gaan lopen, en dat bleek een goede beslissing, want in de rietkraag langs het pad naar de aalscholverkolonie bleek zich een flink aantal baardmannetjes op te houden, die zo druk waren met zaadjes uit de rietpluimen te halen, dat ze zich niets aantrokken van al die wandelaars die langs kwamen. Soms kwamen ze tot op minder dan twee meter afstand van (fotograferende) vogelaars. We zijn nog een eind doorgelopen langs het pad, wat nog enkele roepende waterrallen en een wegvliegende houtsnip opleverde.

Kramsvogels

Op de terugweg zijn we nog even langs gegaan bij de appelboomgaarden langs de Sterappellaan, waar zich elke winter tientallen kramsvogels ophouden, die snoepen van de appels die niet geoogst zijn of op de grond liggen. Ze stelden ons niet teleur: in de bomen langs de weg zaten er vele.

Na dit toetje reden we ieder op eigen gelegenheid weer terug naar het punt van vertrek, nagenietend van een geweldige dag.