Za 06 – 06 – 2015 8.00 – 14.00u
Temp: 16 →20°C Wind 3~ 4 Bft ZW Bew: ⅛ → 0
Strak blauwe lucht en tien ooievaars achter elkaar op de lichtmasten van de A27 ter hoogte van Ameide. De rest van de vijftig kilometer tussen Driebergen en Werkendam bestond uit overvliegende purperreigers, schroevende buizerds en het gewone weidevogeltableau. Voorbij Werkendam functioneert geen enkele TomTom meer en in de oostelijke polders van de Noordwaard is de veldslag van grondverplaatsingen, betonviaducten, nieuwe gemaaltjes en boerderijen op terpen ternauwernood uitgewoed. Schaars begroeide brede watergangen en boezemlaagtes liggen tussen het wegennet. Dat wegennet wordt gekenmerkt door de totale afwezigheid van naamborden en waar vroeger doorgaande wegen waren loop je nu na de laatste gesloopte boerderij vast in de klei. Op onze rondgang daar met de klok mee kregen we alleen steun van de gele borden “doorgaand verkeer” , want de borden met opschrift “alleen voor aanwonenden en agrarisch verkeer” hebben we niet als steun ervaren. Bij ons eerste doel langs de Bandijk waren oeverzwaluwkolonies, inmiddels bijna verlaten. Wel bijzonder die toevallige steilwandjes van enkele kleidepots vlak naast de weg, die met paaltjes en lintjes gemarkeerd waren tegen overijverige shovelpiloten.
Daarna begon het echte dolen met steltkluten, kluten, kleine plevieren, bosruiters en duttende tafeleenden omgeven door nooit duttende scholeksters. Het gloednieuwe landschap met allerlei oude stukken bos op de horizon was regelmatig decor van overvliegende purperreigers. De grote zilverreiger in broedkleed met zwarte snavel en onze inheemse blauwe maakten het trio compleet. Opvallende waren de grote hoeveelheden jagende boeren-, huis- en overzwaluwen boven de natte laagten. Zodra het natte landschap bedekking had van struikgewas en oud bos waren grasmus, tuinfluiter, zwartkop, winterkoning, tjiftjaf en fitis aanwezig, maar het leukste stukje oud bos troffen we aan langs een onbenoemde oude weg, waarschijnlijk de Kroonweg. Spotvogel, gekraagde roodstaarten en een straat van nachtegalen, die zelfs op 6 juni de pijp nog niet neergelegd hadden. Moerassige wilgen maakten dat we de Cetti’s zangers alleen maar konden horen. Het zingen van blauwborst en een hem imiterende bosrietzanger in een zelfde moeras maakte ons alert op de verschillende zangvoordrachten. Hoewel: de hinnikende roep van de koekoekvrouw die we even eerder met twee mannen in de achtervolging langs de bosrand ontwaard hadden, had ons ook al laten weten hoeveel deze lokroep op de hinnik van de dodaars lijkt.
Wespendief, torenvalk, een torentje buizerden, sperwer en boomvalk beloonden diegenen, die met enig geluk bijtijds de lucht afspeurden. De ontbrekende bruine kiekendief kruiste ons pad op de Bandijk toen we de terugtocht al ingezet hadden.
Met de jubel van de veldleeuwerik nog op ons trommelvlies keerden we huiswaarts.
Sjef ten Berge
6 juni 2015
Soortenlijst | |||||
fuut | aalscholver | gr zilverreiger | bl. reiger | purperreiger | ooievaar |
knobbelzwaan | canadese gans | nijlgans | bergeend | krakeend | wilde eend |
tafeleend | kuifeend | wespendief | bruine kiekendief | sperwer | grauwe gans |
buizerd | torenvalk | boomvalk | fazant | meerkoet | scholekster |
kluut | kl plevier | kievit | bosruiter | kokmeeuw | stormmeeuw |
visdief | holenduif | houtduif | tu tortel | koekoek | gierzwaluw |
gr bonte specht | veldleeuwerik | oeverzwaluw | boerenzwaluw | huiszwaluw | gele kwikstaart |
witte kwikstaart | winterkoning | heggenmus | nachtegaal | blauwborst | gekr roodstaart |
roodborsttapuit | merel | zanglijster | cetti’s zanger | bosrietzanger | kl karekiet |
spotvogel | grasmus | tuinfluiter | zwartkop | tjiftjaf | fitis |
pimpelmees | koolmees | boomkruiper | ekster | kauw | zw kraai |
spreeuw | ringmus | vink | groenling | putter | kneu |
rietgors | steltkluut |
Strak blauwe lucht en tien ooievaars achter elkaar op de lichtmasten van de A27 ter hoogte van Ameide. De rest van de vijftig kilometer tussen Driebergen en Werkendam bestond uit overvliegende purperreigers, schroevende buizerds en het gewone weidevogeltableau. Voorbij Werkendam functioneert geen enkele TomTom meer en in de oostelijke polders van de Noordwaard is de veldslag van grondverplaatsingen, betonviaducten, nieuwe gemaaltjes en boerderijen op terpen ternauwernood uitgewoed. Schaars begroeide brede watergangen en boezemlaagtes liggen tussen het wegennet. Dat wegennet wordt gekenmerkt door de totale afwezigheid van naamborden en waar vroeger doorgaande wegen waren loop je nu na de laatste gesloopte boerderij vast in de klei. Op onze rondgang daar met de klok mee kregen we alleen steun van de gele borden “doorgaand verkeer” , want de borden met opschrift “alleen voor aanwonenden en agrarisch verkeer” hebben we niet als steun ervaren. Bij ons eerste doel langs de Bandijk waren oeverzwaluwkolonies, inmiddels bijna verlaten. Wel bijzonder die toevallige steilwandjes van enkele kleidepots vlak naast de weg, die met paaltjes en lintjes gemarkerd waren tegen overijverige shovelpiloten.
Daarna begon het echte dolen met steltkluten, kluten, kleine plevieren, bosruiters en duttende tafeleenden omgeven door nooit duttende scholeksters. Het gloednieuwe landschap met allerlei oude stukken bos op de horizon was regelmatig decor van overvliegende purperreigers. De grote zilverreiger in broedkleed met zwarte snavel en onze inheemse blauwe maakten het trio compleet. Opvallende waren de grote hoeveelheden jagende boeren-, huis- en overzwaluwen boven de natte laagten. Zodra het natte landschap bedekking had van struikgewas en oud bos waren grasmus, tuinfluiter, zwartkop, winterkoning, tjiftjaf en fitis aanwezig, maar het leukste stukje oud bos troffen we aan langs een onbenoemde oude weg, waarschijnlijk de Kroonweg. Spotvogel, gekraagde roodstaarten en een straat van nachtegalen, die zelfs op 6 juni de pijp nog niet neergelegd hadden. Moerassige wilgen maakten dat we de Cetti’s zangers alleen maar konden horen. Het zingen van blauwborst en een hem imiterende bosrietzanger in een zelfde moeras maakte ons alert op de verschillende zangvoordrachten. Hoewel: de hinnikende roep van de koekoekvrouw die we even eerder met twee mannen in de achtervolging langs de bosrand ontwaard hadden, had ons ook al laten weten hoeveel deze lokroep op de hinnik van de dodaars lijkt.
Wespendief, torenvalk, een torentje buizerden, sperwer en boomvalk beloonden diegenen, die met enig geluk bijtijds de lucht afspeurden. De ontbrekende bruine kiekendief kruiste ons pad op de Bandijk toen we de terugtocht al ingezet hadden.
Met de jubel van de veldleeuwerik nog op ons trommelvlies keerden we huiswaarts.
Sjef ten Berge
6 juni 2015