Zondag 11 mei 2014: Een regenachtig, maar geslaagd dagje uit in het hoge noorden.
Zondag 11 mei had afdeling Utrecht haar zinnen gezet op een bezoek aan het Lauwersmeer. De weersverwachtingen waren niet best, maar onder het mom ‘ga je niet dan zie je niets’ zijn we op hoop van zegen op pad gegaan. Enige hoop werd geput uit de laatste beelden van buienradar, die leken te suggereren dat de echt grote regengebieden net onder het uiterste noorden door zouden schuiven. Hoe dan ook, aangekomen bij de Ezumakeeg bleek het droog. Voor de hut in Ezumakeeg-Zuid bevonden zich een aardige groep steltlopers en eenden, hoewel het water hoog stond en de aantallen steltlopers daardoor minder hoog waren dan gebruikelijk. Er zaten enkele prachtige mannetjes Kemphaan, die flink achter elkaar aan joegen. Ook zagen we een drietal Krombekstrandlopers, die we mooi konden vergelijken met Bonte Strandlopers. In de verte dook tussen de begroeiing af en toe een Steltkluut op, waarvan we er maximaal 4 zagen. Ook enkele Zomertalingen waren erg de moeite waard.
Vervolgens reden we naar Ezumakeeg-Noord, waar we de eerste regen verwelkomden. Maar waar ook een schitterende Wielewaal recht over ons heen vloog. In het riet vonden we enkele Baardmannetjes en we hoorden hier een Zwarte Ruiter. Verder bleek het hier vrij rustig.
De volgende stop was in de Anjumer en Lioesensepolder, waar op de akkers de afgelopen dagen Morinelplevieren waren gezien. Deze konden we helaas niet terugvinden, maar een akker met tientallen Bontbekplevieren was ook erg leuk. In de regen reden we naar de oostkant van het Lauwersmeergebied. Bij de Vlinderbalg zaten mooie aantallen steltlopers, maar door de harde wind bleek het lastig deze goed te bekijken. Wel zagen we hier enkele Zwarte Ruiters, Groenpootruiters en Kleine Strandlopers.
Iets verderop lag de hut Jaap Deensgat: van hieruit zagen we een flink aantal Zomertalingen (erg dichtbij, fraai!), Bosruiters, opnieuw Zwarte Ruiters en een Groenpootruiter. Langs het pad er naar toe zong een Blauwborst. In de hut overlegden we wat te doen: veel buiten zijn was niet aantrekkelijk gezien de wind en de regen, ergens naar toe rijden en daar hopen op een droog moment leek de beste optie.
We kozen ervoor naar het Zuidlaardermeer te rijden, waar eerder vandaag in de Oostpolder een Witwangstern en twee Zeearenden waren gezien. De polder, met ondiepe plasjes en enorme aantallen zwaluwen en kokmeeuwen, lag er prachtig bij, maar de gehoopte soorten lieten zich niet vinden. Wel waren hier een flink aantal Geoorde Futen te zien, vaak van vlakbij, erg mooi.
Als uitsmijter hadden we bedacht naar Oost-Groningen te rijden, waar op een niet nader te noemen plek zich al enige tijd een mannetje Steppekiekendief ophoudt. Deze vogel baltst met, of is gepaard met, een vrouw Grauwe Kiekendief. Daar aangekomen hoorden we van een al aanwezige vogelaar dat de vogel net op de akker was gaan zitten, onzichtbaar tussen het gewas. Het was wachten tot de vogel zich zou laten zien. Uiteraard volgde toen een bui, die zo’n drie kwartier later eindelijk ophield. Toen de regen stopte, hing er al gauw een kiekendief boven het veld, een Grauwe. Niet lang daarna vloog opeens ook de Steppekiekendief rond, die zich vervolgens erg fraai liet bekijken. De vogel maakte schitterende baltsvluchten, waarbij hij loodrecht omhoog vloog en zich dan met een noodvaart liet vallen, om dan weer loodrecht op te stijgen enz. De vogel maakte wel 20-30 bogen achter elkaar. Inmiddels vlogen er meerdere kiekendieven rond, en kwamen we op een eindstand van 4 Grauwe, 1 Bruine, 1 Blauwe en 1 Steppekiekendief, allemaal boven hetzelfde veld! Dit was een memorabel eind van een dag waar we toch een beetje huiverig aan begonnen waren.