Chris Kling schreef:
De mist hangt nog laag boven de weilanden als we steeds dichter bij de Groene Jonker aankomen. Er heerst nog een serene rust op deze vroege zondagmorgen. Terwijl de fazanten nog druk aan het kibbelen zijn, maken wij ons op voor de wandeling. We zijn blij verrast als we drie wulpen zien vliegen. Deze zijn nog amper voorbij als er iets blauws met wit op ons af komt afvliegen. We kijken elkaar aan. Een korte blik is genoeg en we weten het zeker: KLM. Er zouden er nog velen laag over komen vliegen. Wat verderop staat een veldje vol met grote parasolzwammen. De roodborsttapuit laat zich maar heel even zien. Lang genoeg totdat hij zeker wist dat hij ook op ons lijstje voor zou komen. Verderop dienen zich de eerste lepelaars van deze dag aan. Een klein groepje vliegt even sierlijk als altijd aan ons voorbij. Gewoon genieten.
Intussen krijgt de zon al steeds meer kracht en het is fijn om de zon in onze rug te hebben. Het hoge riet ontneemt ons regelmatig het uitzicht. Soms is het lager doordat wind en regen het hebben platgedrukt. Bij de hoge bank aangekomen, hebben we het uitzichtpunt bijna voor ons alleen. Wat volgt is een reeks vogels met de letter W: witte kwikstaart, wintertalingen, een roepende waterral, witgatjes en watersnippen. We vervelen ons geen moment op dit mooie plekje.
We gaan verder om op tijd te zijn voor de ontmoeting met de Cetti’s zanger. Zoals afgesproken ontmoeten we elkaar op de afgesproken plek. Toch fijn als je soorten hebt om op te bouwen. We lopen verder door tussen een verwaaid rietland. Rietgorzen roepen wel maar laten zich niet vaak zien. Vlak voor het brugje horen we opnieuw een waterral roepen. Die kan toch niet ver weg zijn. We speuren de waterlijn af. En daar loopt hij. Vlak langs het riet. Met de zon in onze rug hebben we goed uitzicht op deze mooie ral. Als de waterral twee waterhoentjes passeert valt op hoe ‘groot’ waterhoentjes zijn. Of hoeveel kleiner de waterral. Minutenlang kunnen we de waterral zien terwijl hij rustig aan het foerageren is. Dit maakt deze trip toch wel heel erg de moeite waard.
Bij het volgende uitkijkpunt nemen we even de tijd om wat te eten en te drinken. Ondertussen komen meer en meer kieviten aangevlogen. Wat zien ze er toch mooi uit. Dat boeit de aanwezige slobeenden totaal niet. Die slobberen gewoon door en ook de bonte strandlopers zijn niet onder de indruk van de aanwezig kieviten. Zo zie je maar, alles is heel relatief.
We besluiten om terug te keren naar het mooie uitzichtpunt bij de hoge bank. En het blijkt een goede keuze te zijn. We hebben deze plek weer voor ons alleen. We ontdekken een zilverplevier op vrije korte afstand terwijl niet veel later een groep goudplevieren opduikt. Onder een hele grote wolk opvliegende kieviten zoeken de goudplevieren een veilig heenkomen. En met succes. Verderop zijn twee kraaien druk doende om een havik weg te jagen. Die kraaien hebben het er maar druk mee. Eerst al een torenvalk moeten wegjagen en nu weer een havik. Als alle vogels er ongeschonden vanaf zijn gekomen keren wij weer huiswaarts. In mijn geval met klutsknieën en gare heupen van het lopen op de hobbeldebobbel paden. Met 54 soorten kunnen we terugkijken op een geslaagde excursie.