De zuidpier van IJmuiden was ons oorspronkelijke doel. Voorzichtig geworden door de grilligheid van het novemberweer hadden we een B-excursie gepland om niet met een lege blik de zondagmorgen door te komen.
Zo stonden we in Huizen met de zon in de rug en de wind in het gezicht naar de dansende golfjes met hun kuif-, krak-, tafel- en wilde eenden te kijken. Achter ons in de vaart naar de haven een visserssloepje op weg naar de haven en voor ons andere vissers zoals aalscholvers, ijverige dodaarsjes en futen. Met opgevoerd optisch vermogen konden we op een halve kilometer nog net een paar moeizame brilduikers ontdekken en ver naar links, richting Hollandse brug een veld met witte zwanen in het gezelschap van enkele zwarte of andersom.
Op de pier zelf met een paar modderige taludjes hielden zanglijsters , een koperwiek, merels, enkele witte kwikstaarten en een grote gele kwikstaart ons bezig. De ijsvogel die verblind door de zon zat te poseren, zou dat zeker niet zo onverstoorbaar gedaan hebben als hij ons drukke gezelschap goed had kunnen onderscheiden. In het felle licht kreeg elke kleur een extra intensieve lading.
Na een lange omweg, waar niemand blij mee was gingen we van de weg bij Pampushaven. De waarnemingtamtam had daar toppereenden gemeld. In de luwe hoek van een dwarsdam dobberde een grote vlek gemengde tafel- en kuifeenden. In het felle zonlicht tussen de buien leken de koppen van de mannetjes tafeleend zelf licht uit te stralen. Binnen twee minuten de eerste melding “topper” was redelijk snel. Het onderscheid tussen op hun kant liggende wassende kuifeenden en de rugtekening van de toppereend in het wiebelende beeld vergt een geconcentreerde blik. Soms had de zwarte kop van de topper de groenige interferentiekleuren die ook onderscheidend zijn met de kuifeend.
Onderweg naar de Lepelaarplassen een buitendijkse grote zaagbek man en binnendijks duttende kleine zwanen met discussie over groot dan wel klein.
De kijkhut van de Lepelaarplassen wilde graag de nachtkaars van de excursie zijn met twee knobbelzwanen, één zilverreiger, beetje kuifeend, twee slobeenden en een bijna ongeziene ijsvogel. Dat lukte niet want op de terugweg vrolijkten drie tjiftjaffen (alarmroepjes) enkele vrouwtjes grote zaagbekken, een hoge sperwer en een laag invliegende havik onze tocht op.
Na de zesde regenboog van die ochtend en ongedeerd door de buien zetten we er om twee uur een punt achter.
Zo 19 – 11 – 2017 8.00 – 14.00u Driebergen
Temp: 6 ? 10 °C Wind ~ 4 Bft Bew: ½ Lokaal soms heftige buien met zonneschijn.