IJmuiden Zuidpier – 11-11-2018

Sjef ten Berge schreef:

© GMD

Steenloper

Na een korte verkenning van het Kennemermeer met een roodborsttapuit op de uitkijk en vijf blauwe reigers op een rijtje langs het riet schoven we via het strand richting pier. Kneuen, groenlingen, graspiepers en een drietal veldleeuwerikken zochten in de luwte van plukken helmgras en zeeraket hun kostje.
Vanaf de pier kregen we een overzicht van het zuidstrand met hangplekken voor grote en kleine mantel-meeuwen in alle jeugdkleden. Een ploegje volwassen toezichthouders versterkt met enkele zilvermeeuwen was eveneens erg honkvast in tegenstelling tot de bezige bonte strandlopers en de gestresste drieteentjes.
Terwijl de zuidwester het schuim op de golven begon te zetten heerste binnen de strekdammen rust met nauwelijks golven en een enkele aalscholver. Zo was een groepje van drie zwarte zeeeenden en één eider-vrouw niet te missen. Terwijl een halve kilometer verder de Jan van Genten net als wij een scherp oog op de zee hielden was onder onze radar het gejodel van de steenlopers te horen. Hoorbaar aanwezig waren ook de overpiepers, waarvan er één onze aandacht naar de koperwieken leidde, die ietwat uit de koers gewaaid laag langs de luwe pier landwaarts aan het ploegen waren. Zelfs een kramsvogel konden we zo als pierpassant begroeten.

Op de kop van de pier was een toevallige samenscholing gaande van vogelaars uit vele windstreken. Dat belette ons niet om daar de nodige zwarte zeeeenden, smienten, wintertalingen en alle leeftijdskleden van de Jan van Genten te bewonderen. Maar dat even later zestig ogen een vrolijke houtsnip van de noordpier uit de kop van de zuidpier zagen ronden was een gebeurtenis die alle dialecten deed verstommen.
De terugweg werd opgefleurd door vluchtjes rotganzen, smienten, wintertalingen en een binnengaats drijvende rietgans, die op grond van z’n roze snavelband erg veel op een kleine rietgans leek. De  toen-drarietgans op grond van z’n grotere snavel is ook mogelijk. Even eerder was ons een zeewaarts vliegende houtsnip tegemoet gekomen. We begrepen dat het afscheid van de pier hem net zo zwaar viel als het dat ons deed, maar onder een brekend wolkendek gingen we met een mooie lijst toch maar op huis aan.