Jeroen Steenbergen schreef:
Zondag 24 augustus was de eerste excursie na de zomervakantie voor Utrecht-stad. Zoals we wel vaker doen, stond een bezoek aan de kop van Noord Holland op de agenda. Met een bescheiden groep in één auto zetten we koers naar Camperduin, om daar eerst over zee te kijken.
Het was niet spectaculair, maar met wat mooie zwarte zee-eenden, grote sterns en enkele roodkeelduikers was de kop van het zeetrekseizoen af. We keken in de Putten over de slikken, maar konden daar buiten een dodaars, een bosruiter en veel watersnippen niets afwijkend vinden. We liepen de dijk over om in de greppel daarachter te zoeken naar interessante zangvogels. Het leek rustig, maar uiteindelijk waren we best tevreden met een kleine karekiet, een juveniele blauwborst en een niet nader te bepalen roodstaart. Daarnaast zagen we enkele hei- en argusvlinders.
We zetten koers naar Zijpe, waar al enkele dagen een grauwe franjepoot was gemeld. Deze bleek niet meer aanwezig, zodat we doorreden richting Anna Paulowna, waar een ander exemplaar was gemeld op een ondergelopen bollenveld. Eenmaal daar was die vogel snel gevonden, eindeloos rondjes om zijn as draaiend en insecten van het wateroppervlak pikkend. Daar ook een heel aantal kemphanen en krombekstrandlopers, fraai om te zien. Opvallend veel groenpootruiters en uiteindelijk een aantal kleine strandlopers op grote afstand waren ook leuk. We besteedden rustig de tijd hier goed naar te kijken.
Onze volgende stop was de Balgzandpolder. Er bleken enorme groepen vogels op het wad aanwezig, maar het bleek ook lastig ze goed te determineren. We zagen in ieder geval veel bonte strandlopers en enkele krombekken. Erg veel wulpen en flink wat rosse grutto’s, zilverplevieren, lepelaars en een fraaie visarend.
Na een koffie- en sanitaire break besloten we naar een plek te rijden waar een dag eerder enkele lachsterns waren gezien. Onderweg werden deze vogels opnieuw gemeld, dus dat leek een kwestie van inkoppen. Maar eenmaal ter plekke konden we de vogels niet vinden. We scanden de velden, het bollenveld en de akkers, maar niets. Tot we de vogels opeens hoorden roepen: ze bleken buiten ons blikveld achter een plastic scheidingswandje gezeten te hebben. De vogels vlogen roepend rond, waarbij één exemplaar hardnekkig werd achtervolgd door een achttal kauwen.
Tevreden met de dag, besloten we het er voor nu bij te laten.
