Nieuwjaarsreceptie te IJmuiden
Het is alweer een jarenlange traditie van Vogelwacht Utrecht afdeling Utrecht stad: op de eerste zondag van het jaar (of, als die op 1 januari valt, op de tweede) op excursie naar IJmuiden. Meestal afgesloten met een toetje ergens in de omgeving waar iets leuks te zien is (omgeving soms in ruime zin, zoals dit keer bleek).
De nieuwjaarsreceptie van Vogelwacht Utrecht afdeling Utrecht stad bracht dit jaar veel zon en dat was sowieso wel weer eens prettig en een goed begin van het nieuwe jaar. Een matig windje uit zuidwest dat ons toestond tot aan het einde toe de Zuidpier te betreden. En leuke vogels. Hard zoeken naar de afgelopen dagen gemelde kleine burgemeester leverde leuke aantallen drieteenmeeuwen op. Tussen de meeuwen die achter binnenvarende of uitvarende zeeschepen zwermden, ver weg over zee en sommige ook dicht langs de pier. Prachtige meeuwtjes vind ik dat. Over zee ook geregeld roodkeelduikers, af en toe zeekoeten, diverse treintjes van zwarte zee-eenden en een keer een heuse grote zee-eend. Soms kun je vele uren aan zee besteden zonder er daarvan één in beeld te krijgen. En het werd steeds leuker. Een passerende zomerkleed alk/zeekoet bleek toen hij dicht voorlangs passeerde een alk te zijn. En een jager vloog enige tijd kort voor de pier rond. Dat was al leuk genoeg, maar onder andere de duidelijke dubbele ‘halve maan’ op de ondervleugels, de sterk gebandeerde onder- en bovenstaartdekveren en het ontbreken van geeltinten in de nek wezen ook nog eens op middelste jager. De meeste binnenlanders zien die niet ieder jaar. Op de pier genoten we van de paarse strandlopers, we deden ons best eens een keer een oeverpieper goed in de kijker te krijgen en besteedden ook enige tijd aan een zeekoet die vlak langs de pier op de golven dreef. Af en toe, want de meeste tijd verbleef die onder de golven. Een slechtvalk op het baken of wat is het voor ding in zee bij de punt van de Zuidpier, diverse bruinvissen tot zelfs tussen de pieren toe en tenslotte, we waren alweer op de weg terug, vonden we ook nog de kleine burgemeester. Die foerageerde vlak langs de pier zodat we uitgebreid de gelegenheid hadden om deze zeldzaamheid te bewonderen.
Onder het genot van een kopje koffie of thee genoten we nog na van al deze pracht toen de vraag zich aandiende hoe de middag te besteden. De gedachten gingen uit naar de kleine geelpootruiter bij Vatrop, in de kop van Noord-Holland. Dat is wel een erg ruime interpretatie van het begrip ‘omgeving’ maar kom aan: Nederland is klein en op wereldaschaal is het een oogwenk. Drie van de vier auto’s gingen op weg en drie van de vier auto’s (niet toevallig dezelfde drie) hebben daar geen spijt van gekregen (en misschien de vierde ook wel niet, daarvan is mijn niets bekend). Want niet alleen stonden we ruim een uur later te genieten van een schitterende kleine geelpootruiter op af en toe amper vijf meter afstand, iets wat op zichzelf het extra uur heen en weer terug inclusief benzinekosten ruimschoots waard was. Maar ook stonden we op de waddendijk met laag zonnetje in de rug toe te kijken hoe de Waddenzee zich terugtrok, hoe de droogvallende slikken in bezit werden genomen door de wadvogels en hoe duizelingwekkende zwermen af en toe in sierlijke bewegingen over zee bewogen. Spectaculair. Duizenden rosse grutto’s vonden we, duizenden wulpen en duizenden bonte strandlopers. We zagen kluten, zilverplevieren, pijlstaarten, noem maar op. Een welgevulde middagdis voor de liefhebbende vogelaar. En achter ons, in de polder, ook nog eens een stuk of duizend rotganzen waartussen uiteindelijk meen ik alle nog aanwezige excursiedeelnemers ook die ene witbuikrotgans in beeld kregen. Al met al een fantastische afsluiting van een heerlijke dag vogelen.
5 januari 2014, Guus Peterse