Hanneke Lankhof schreef:
Na 4 maanden gaan we voor het eerst weer als afdeling op pad: een aantal nieuwe gezichten, maar ook een aantal “ouwe” bekenden vormen een groep van 13 vogelaars. In dichte mist komen we op de parkeerplaats bij Stoomgemaal Arkemheen aan, althans we weten dat daar het gebouw van het gemaal moet staan. We worden begroet door het geroep van wulpen en vele ganzen: grauwe, kol-, brand- en grote Canadese ganzen. Gelukkig zit er een rietgors dichtbij onderaan de dijk, die door ons aan alle kanten wordt bewonderd: deze kunnen we tenminste zien. Ondanks de mist lukt het brilduikers en grote zaagbekken op het Nijkerkernauw te onderscheiden. Langzaamaan wordt de lucht blauwer en komt de zon erbij. Tijd om naar de volgende kijkplek, de strekdam in het Nuldernauw, te gaan.
Daar zien we de nodige kokmeeuwen en stormmeeuwen op een rijtje zitten: tot onze verrassing ontdekken we een dubbelgeringde zwartkopmeeuw ertussen. De determinatie-drang draait op volle toeren: met overtuiging stellen we vast dat het hier om een heuse adulte zwartkopmeeuw gaat. Als de mist helemaal is opgetrokken komen onze verwachte wintereenden tevoorschijn: nonnetjes en grote zaagbekken. Na ons gelaafd te hebben aan koffie met bastognekoek en dadel, gaan we bij het Putter-gemaal vol goede moed op zoek naar nieuwe vogelsoorten. Cetti’s zanger, ijsvogel, pijlstaart en een overvliegende buizerd lukken vrij vlot. Jammer genoeg blijven de aantallen smienten en ganzen achter bij onze verwachtingen. We besluiten om ter afsluiting naar Nekkeveld te gaan.
Dit blijkt een gouden greep: het is er een walhalla aan watervogels! Hier zitten “onze” grutto’s (250), kemphanen (200), goudplevieren (800), scholeksters, kieviten, wulpen en watersnippen. Boven ons jubelen veldleeuweriken, het raakt ons allemaal, dit is waar we voor komen…. Als dan ook nog een zeearend over ons heen zeilt, zijn we meer dan tevreden, met op de teller ruim 60 soorten. Wat een mooie dag met een fantastische climax!
Soortenlijst: