Jeroen Steenbergen schreef:
Zondag 18 november bracht afdeling Utrecht-stad met een groep van 12 mensen een bezoek aan de provincie Noord-Holland. We hadden ons voorgenomen om te beginnen met over zee turen, of een Papegaaiduiker niet ’s een keertje zou kunnen. Maar helaas, met een voorspelde oostenwind leken de kansen voor een beetje leuke zeetrek minimaal. Kortom, we zochten naar een andere aftrapper, en die was gauw bedacht. Een week geleden hing een Grijze Wouw rond op het voormalige eiland Wieringen. Deze vogel was daar na een paar dagen verdwenen maar hij was gisteren herontdekt bij het Wormer- en Jisperveld. Het zou een mooie start van de dag zijn als we deze vogel konden zien. De inzittenden van de eerste auto van onze groep die arriveerde vonden de vogel direct weer terug, jagend boven het uitgestrekte gebied. Helaas besloot de vogel al snel op de grond te gaan zitten, uit beeld. Terwijl de anderen zich aansloten en zich in lieten praten, speurden we het veld af rond de plek waar de vogel was verdwenen. Het duurde een poosje, maar toen kwam de vogel fraai langsvliegen en landde hij op een paaltje. Aangezien we recht tegen de zon in keken was het erg lastig iets te zien, maar er leek geen andere mogelijkheid om de vogel vanuit een andere hoek op te pikken. We besloten het voor nu hier dan maar bij te laten en eventueel later terug te komen als het licht beter was. We reden naar Petten, waar we onder andere de Putten wilden bezoeken. Maar eerst zochten we in een parkje in het dorp naar een gisteren daar gevonden Humes’ Bladkoning, het bleke neefje van de (inmiddels) gewonere Bladkoning. Aangezien deze vogel nauwelijks riep, was het nog niet zo makkelijk deze te vinden, maar met wat intensief zoeken lukte het toch de vogel mooi in beeld te krijgen.
Op dat moment kwam een melding binnen: ‘Griend bij Camperduin, rustig naar zuid zwemmend’. Wij waren hier slechts enkele kilometers van verwijderd en besloten direct naar de strandopgang te rijden. De nieuwe melding ‘rustig ter plaatse’ gaf wel vertrouwen, maar toch liepen we in een stevig tempo naar de plek vanwaar we de zee konden overzien. Hier werd ons direct het dier aangewezen. De Griend, een fors zeezoogdier van max. 7,5 meter, zwom heel langzaam naar het zuiden en kwam heel geregeld boven. Elke keer dat het dier bovenkwam, was er eerst een kleine blow en daarna volgde een fors lijf met gehaakte rugvin en het kenmerkende dikke en lange achterlijf. Helaas bleek later dat dit dier het tot Egmond had volgehouden en daar op een zandplaat was gestrand.
We vierden deze waarneming met koffie en nog wat, en keken daarna een tijdje over zee. Enkele Jan van Genten, veel Eiders, Roodkeelduikers, wat Alken/Zeekoeten, een langsvliegend vrouwtje IJseend en wat Middelste Zaagbekken werden gezien.
We reden naar de Putten en constateerden daar dat het erg rustig was. Wat dodaarzen, enkele Bonte Strandlopers, wat Steenlopers… Toen we al snel verder wilden ontdekten we opeens een overvliegende Velduil. Deze liet zich even fraai zien, om over de dijk richting zee te verdwijnen.
We besloten om terug naar de Grijze Wouw te rijden om deze nu wat beter te bekijken. Onderweg werd ons geloof nog aardig op de proef gesteld, toen we maar liefst drie verschillende intochten van Sinterklazen op sleepbootjes langs zagen komen.
De Grijze Wouw werkte niet meer mee, deze bleek al sinds 11 uur uit beeld. We hadden dus goed gekozen door er mee te beginnen!
Onze volgende stop was Waterland, waar al een tijdje een fraaie Ruigpootbuizerd rondhing. Deze vogel liet zich fantastisch zien, jagend boven de bermen van de autoweg. Daarna keken we over het IJsselmeer naar enorme groepen duikeenden en meerkoeten. Janneke ontdekte al snel een Witoogeend, zeker geen alledaagse soort. Verder vonden we in de groep enkele Toppers. Het was koud, de wind woei flink door en het was lastig om rustig te blijven kijken. Om die reden maakten we het ook niet te lang daar en besloten weer naar Utrecht te rijden. Het was weer een bijzonder geslaagd dagje geweest.