Noord-Holland – 26 augustus 2018

Jeroen Steenbergen schreef:

© Toon Vernooij

Lachsterns

Zondag 26 augustus trapte afdeling Utrecht-stad het nieuwe seizoen af met een bezoek aan de kop van Noord Holland. We wilden een aantal bollenveldjes afrijden op zoek naar steltlopers en sterns. Van tevoren hadden we ook een zoektocht naar Waterrietzangers ingecalculeerd: deze zeldzame doortrekker wordt jaarlijks rond deze periode in deze omgeving gezien. Dit sloegen we echter over, aangezien een beperkte trekgolf van deze soort al voorbij was gekomen in de afgelopen weken.
Met een groep van acht mensen bespraken we de mogelijkheden van de dag: we besloten bij ons verste punt te beginnen, Mariëndal bij den Helder. In een plasdras-gebied hier waren de afgelopen week leuke waarnemingen gedaan, waaronder die van een Blonde Ruiter, een amerikaanse soort die nog niet iedereen ooit had gezien.
Eenmaal aangekomen was het even zoeken naar de goede plek: een onder water staand bollenveld bleek bij Google Maps niet bekend als waterpartij, dus we braken ons even het hoofd over waar we dan wel moesten zijn. In de tussentijd zagen we enkele Paapjes, een Geoorde Fuut, een Temminck’s Strandloper en enkele Oeverlopers. Na wat zoeken ‘ontdekten’ we de goede plek, waar flinke aantallen steltlopers rondliepen. Al snel viel het hoge aantal Kemphanen op, waartussen we een Regenwulp, enkele Kleine Strandlopers, wat Bonte Strandlopers, Rosse Grutto’s en Groenpootruiters vonden. Maar de gehoopte soort liet op zich wachten. Blonde Ruiter doet oppervlakkig denken aan een kleine Kemphaan: door de variatie in kleed en grootte van Kemphanen vielen enkele vogels duidelijk op als een stukje kleiner, maar bij verdere bestudering bleek het steeds een klein uitgevallen vrouwtje Kemphaan. Tot we opeens toch de Blonde Ruiter in de groep ontdekten, waarbij dan gelijk opvalt dat die soort echt een heel stuk kleiner is dan welke Kemphaan ook met een ander profiel, boller koppie en korter snaveltje. De vogel liet zich leuk zien, om na een poosje op te vliegen waarna we ‘m niet terug konden vinden. Mooi moment om verder te gaan.
We zochten in de buurt van Petten naar ondergelopen bollenveldjes. Deze akkers worden in de (na)zomer onderwater gezet, waarschijnlijk heeft dit te maken met onkruidbestrijding. Hoe dan ook, het levert mooie foerageerplekken voor steltlopers op, al stond op veel velden het water wat erg hoog. We zochten een veld af op een gisteren daar waargenomen Grauwe Franjepoot, maar gelukkig vertelden andere vogelaars die we daar troffen dat de vogel aan de andere kant op een vrijwel droogstaand veld zat. Daar hadden we ‘m gauw gevonden, en we hoorden hier een Kwartel roepen.
We reden verder en lazen dat er iets meer richting Petten een Lachstern was gezien. Ook deze soort is jaarlijks in kleine aantallen rond deze tijd te vinden in die omgeving. Al snel vonden we de, onvolwassen, vogel, die stond te rusten op een ondergelopen bollenveld. Terwijl we er uitgebreid naar stonden te kijken, kwam pa of ma aanvliegen met een visje, waarna het jong werd gevoerd. De adulte vogel ving daarna nog enkele vissen en bracht die steeds naar het jong, om er daarna rustig naast te gaan zitten. Deze vogels broeden in Noord-Duitsland en trekken samen met hun jongen westelijk weg, waarbij de jongen tijdens de trek nog worden gevoerd. Leuk om te zien!
Bij Camperduin keken we even over de Putten en over zee, wat niet zo veel spektakel opleverde.
Het werd tijd voor een horeca-stop, en daar werden de verdere opties besproken. We besloten terug te rijden richting Utrecht, om bij Durgerdam nog even te zoeken naar Reuzensterns. Deze soort trekt in deze tijd door, en wordt jaarlijks gezien bij Waterland. Deze vogels hadden we ook al snel gevonden. Eerder vandaag waren er zes gemeld, maar wij vonden er steeds eentje bij, tot we op negen uitkwamen. Fraaie grote sterns, met die peensnavels!
Hierna vonden we het wel prima. Zo ongeveer alles wat we van tevoren bedacht hadden, was gelukt. En het was nog droog gebleven ook.