Jeroen Steenbergen schreef:
Op zondag 16 februari bracht afdeling Utrecht-stad een bezoek aan de Oostvaardersplassen. De omstandigheden waaronder de excursie plaatsvond waren bijzonder te noemen: de warmste 16 februari sinds de temperatuurmeting en een extra ongenode gast vandaag, Dennis. Deze opvolger van de vorige week langskomende Ciara zorgde voor flink wat wind en regelmatig neerslag. Gedachten vooraf over dan maar niet gaan waren uiteraard wel door ons hoofd gegaan, maar ja, gaan kun je altijd, en eerder teruggaan ook.
Kortom: met twee auto’s reden we vanochtend weg, uitgezwaaid door onze vaste Slechtvalken op de Galgenwaard-flat. We kozen ervoor eerst in de Flevopolder te zoeken naar Ruigpootbuizerd. Helaas waren er weinig vogels actief met deze stormachtige wind, dus die soort liet zich niet vinden. Wel kwamen we een leuke groep van zo’n 20 Ooievaars tegen. We reden door naar de Praambult, onderweg een Nonnetje in een vaart meepikkend. Op de Praambult konden we enigszins in de luwte zitten en de vlakte overzien. Het was niet ideaal, maar toch vond Guus al gauw een fraaie Zeearend, die ergens op de grond zat. Een Waterpieper vloog over en een enorme groep Brandganzen bevond zich op de vlakte. Omdat het hier toch wel erg winderig was, verplaatsten we ons al vrij snel richting de Kleine Praambult. Onderweg daarheen passeerden we een fraaie Wilde Zwaan in één van de plasjes langs de Praamweg. Vanaf de Kleine Praambult zagen we een mooie groep Kleine Zwanen, Goudplevieren, Pijlstaarten en, erg leuk, de eerste Grutto’s van het jaar.
We reden naar het bezoekerscentrum aan de Knardijk om van daaruit naar een kijkhut te lopen, al gaven we voor vandaag de voorkeur aan de term schuilhut. Helaas was ‘de Zeearend’ niet bereikbaar, omdat het gebied was afgesloten als rustgebied voor de grote grazers, dus kozen we voor de hut ‘de Schollevaar’. Het was een aardig stukje lopen, met de regen recht in ons gezicht. Maar met een buitentemperatuur van zo’n 15 graden was dit toch goed te doen. Het was jammer dat door de wind eventuele Baardmannetjes niet gehoord konden worden. Wel hoorden we enkele keren Cetti’s Zangers.
Eenmaal in de hut (Brilduikers op het water) ontdekte Janneke al snel een Zeearend die fraai dichtbij in een boom zat. Al kijkende, ontdekten we een tweede vogel iets dieper weggedoken tussen de takken. Er ontspon zich een hele discussie hoe je die tussen de takken het best kon zien, waarbij verschillende excursiegangers elkaar tegen leken te spreken. Wat bleek: er zat nog een derde vogel, en terwijl wij dachten het over dezelfde vogel te hebben ging het dus om meerdere. 3 Zeearenden, alle juveniel, bij elkaar: hoe fraai wil je het hebben! Toen een vogel ook nog een stukje ging vliegen en pas echt zichtbaar was hoe groot die eigenlijk was, was het feest helemaal compleet.
Er leek een nieuw regengebied aan te komen, dus toen maar snel terug naar de auto gewandeld. Na een kop koffie met de verplichte appeltaart, waarvan we even werden afgeleid door een langsvliegende Blauwe Kiekendief, besloten we om langs de Oostvaardersdijk te gaan zoeken naar eenden. We vonden veel Grote Zaagbekken, Nonnetjes, Kuifeenden, een tiental Toppers en een fraaie hybride Kuif- x Ringsnaveleend, een vogel die hier al langer zit.
Aangezien het weer weliswaar niet fantastisch was, maar er wel te vogelen viel, besloten we te gaan zoeken naar een eerder vandaag gemelde Roodhalsgans. Daar aangekomen zonk de moed ons in de schoenen: duizenden Brandganzen op grote afstand, hoe moest daar een Roodhalsgans uit te peuteren zijn? Uitstappen en met de telescoop de groepen afzoeken was ook een lastige optie: je woei weg als je uitstapte. Uiteindelijk besloten we in de luwte van een bosje te gaan staan om de groep ganzen af te zoeken. Terwijl wij ons achter het bosje posteerden, zag Janneke een Kerkuil uit datzelfde bosje vliegen. Dan krijg je een app binnen: ‘zagen jullie die Kerkuil ook?’ Niet dus… helaas, en die Roodhalsgans liet zich ook niet vinden. Op dit punt besloten we het er maar bij te laten vandaag. Ondanks het beroerde weer waren we toch zeker niet ontevreden met wat we bij elkaar hadden kunnen vogelen.