Pier van IJmuiden – 6 januari 2019

Erik Wouda schreef:

© GMD

Drieteenmeeuw

Er zijn tradities die ik een warm hart toedraag. Eéntje daarvan is de jaarlijkse januari-excursie van afdeling Utrecht Stad naar IJmuiden. In het donker op de fiets al zingende zanglijsters. Dat begint goed.
In IJmuiden lopend naar de zuidpier zijn daar dodaarsjes die in de haven dobberen. Altijd leuk, ieder jaar voelt het als een hernieuwde kennismaking. Aangekomen bij de pier begin ik direct met het scannen van aalscholvers. Die kuifaalscholver wil ik ditmaal toch weer eens zien.
Ondertussen is aan de overkant een kleine burgemeester ontdekt. De vrijwel witte kleur van de vogel, zonder zwarte vleugelpunten, is van ver duidelijk zichtbaar. Prachtig meeuwtje. Niet veel later zien we een ander prachtig meeuwtje: achter een binnenlopend schip vliegt een juveniele drieteenmeeuw. Later zien we er veel meer.
We lopen de pier op. Steenlopers, drieteenstrandlopers, oeverpiepers, eiders en een handvol paarse strandlopers houden ons gezelschap tot we aan de binnenkant van de pier een bruinvis zien. Even later op volle zee nog meer.
Op het einde van de pier blijven we hangen. De wind is gunstig en er vliegt genoeg. Zwarte en grote zee-eenden, jan van genten, roodkeelduikers, alken, zeekoeten… volop activiteit. Helaas mis ik een dwergmeeuw. Ondertussen ontwaar ik tussen de vele aalscholvers geen kuifaalscholver.
Na de zuidpier wordt bij de traditionele appeltaart besloten de noordpier te bezoeken. Om de kleine burgemeester van dichtbij te zien, en de kuifaalscholver te zoeken. Om kort te gaan: die kuifaalscholver vinden we niet. Kleine burgemeester laat zich uitstekend zien.
Niet getreurd: een nieuw doel bij Castricum. Er zit een eenzame pestvogel, en die vinden we snel. Dit is een soort die mij niet snel verveelt. Glad caramel bruine kleur die op de kop verloopt naar oranje. Dan die kuif en dat pikzwarte masker, en de gele, witte en rode accenten op de vleugel… Pure schoonheid!
De middag is nog niet afgelopen. Wat te doen? We besluiten Noord-Holland achter ons te laten en vlabij de Reeuwijkse Plassen een zwarte ibis te gaan zoeken. Het beest zit er al weken. Je zou zeggen: donkerbruine vogel met kromme snavel ter grootte van een wilde eend: makkie.
Dat valt tegen. Het was dat vogelaars vóór ons hadden gezegd dat hij daar zou zitten, anders had ik allang weg gewild. Eigenlijk wil ik al weg, maar ja. Je bent op zo’n excursie niet alleen he.
En opeens betaalt al dat geduld zich uit. De vogel hield zich in een slootrand op, en is plots goed zichtbaar. Al is het ver weg, en schemert het inmiddels, het is een mooi besluit van de dag.
Er zijn dagen dat vogelen niet lukt. Dit was duidelijk niet zo’n dag. Al wil ik volgend jaar echt die kuifaalscholver zien…