Verslag van de verrassingsexcursie op 31 mei 2014 in Zuid-west Friesland.

Sukkels. Dat, zo vinden de deelnemers aan deze excursie, moet wel het eerste woord worden van het verslag van de dagexcursie ZW Friesland. De sukkels zijn alle andere leden van de Vogelwacht niet mee zijn gegaan met deze geweldige excursie. Dit is natuurlijk een grap, maar het tekent wel meteen de sfeer. Het is echt een geweldige topdag, met een leuke club mensen. We willen graag met jullie willen delen wat we beleefd hebben, en wat jullie helaas hebben moeten missen. Gelukkig zetten we deze excursie volgend jaar weer op de agenda, dus er komt nog een herkansing.

Het is een verrassingsexcursie. Excursieleider Ellen de Dreu heeft jarenlang in ZW Friesland gewoond en ze kent de omgeving goed. Ze had al een poos beloofd om eens een excursie te leiden, maar daar was het door tijdgebrek steeds niet van gekomen. IMG_7403NIJTot ze er plotseling achter kwam dat ze een weekend in Friesland zou zijn met haar camper en dat het dan ook mooi weer zou worden. Dankzij de supersnelle e-mailservice van Frank Sidler is het nu mogelijk om zo’n verrassingsexcursie te organiseren. Er kwamen binnen een paar dagen drie aanmeldingen binnen. Niet veel, en toch hebben we besloten de excursie te laten doorgaan. Een kleine groep kan ook zijn voordelen hebben.

De excursie vindt plaats op de zaterdag in het Hemelvaartweekend. Het is een zonovergoten dag. Ellen ontvangt om 8 uur ’s morgens Monique, Peter en Karin op de boerderijcamping tussen Heeg en Oudega met koffie en koek.

Het vogelen kan meteen beginnen. In de bosjes naast onze picknicktafel zien we een grasmus. Boven het meer zweven een man en vrouw bruine kiekendief; er zullen er nog vele volgen deze dag. In de stal laat Ellen een nest zien dat door een winterkoning is gerenoveerd, want het was oorspronkelijk een nest van een boerenzwaluw. Ook laat ze zien waar de kerkuil een nest heeft, in de nok van een stal. Ze ziet en hoort deze uil elke nacht jagen boven de camping en later die avond hoort ze zelfs ook de roep van de ransuil.

Met de auto gaan we naar een boerderij even verderop. De boer zet zich in voor het behoud van de weidevogels en Ellen heeft de vorige dag al gevraagd of we op zijn land mogen kijken. Dat kan gelukkig, dus we halen voorzichtig het schrikdraad weg en volgen een betonpad door het weiland.

De weidevogels zijn bijna overweldigend: in aantallen en ook in het stemgeluid waarmee ze ons laten merken dat ze een nest jongen hebben. Verschillende grutto’s schelden ons uit en vliegen wat rondjes om ons heen, terwijl even verderop een groep kieviten en tureluurs roepen.2014-05-31 Grutto NIJ

Iets verderop ontdekt Karin ineens een gele kwikstaart. Een paar keer zien we de groep gele kwikken heen en weer vliegen in een weiland en tussen de paarden. Bij de boerderij struikelen we bijna over de witte kwikstaarten. Niet ver daar vandaan zit een graspieper op een paaltje, die we een hele tijd rustig kunnen bekijken. Verder zien we nog de visdief, scholekster, boerenzwaluw,  huismus en spreeuw en we horen de veldleeuwerik uitbundig zingen.

Een paar honderd meter in de richting van Oudega lopen we even een pad op dat het begin is van de ‘skriezekrite’. Aan dit pad liggen verschillende boerderijen waarvan de boeren zich bekommeren om de grutto (‘skries’ in het Fries) en andere weidevogels. We lopen niet ver, omdat er in het dorp een grote wandeltocht wordt georganiseerd en het er net heel druk is. Wel zien we een buizerd en horen we de pimpelmees en onze eerste kleine karekiet.

In het dorp Oudega huren we fietsen. Terwijl Monique sjans krijgt met de papegaai van de buurman, valt het Peter en Karin op hoeveel huismussen er kwetteren in het dorp. We zien ook huiszwaluwen en spreeuwen.

Met de fiets draaien we het Brekkenpad op: het fietspad dat enige jaren geleden is aangelegd tussen Oudega en Workum langs de Oudegaaster Brekken en dat in de regio bekend staat als het mooiste fietspad van Nederland. Ellen heeft van vrienden gehoord dat er in een rietveld aan dit fietspad een roerdomp is waargenomen. Ze weet ook dat er in dit rietgebiedje nog een klein meertje verstopt zit dat je normaal niet ziet.

We parkeren de fietsen om dat meertje op te zoeken… en horen ineens van heel erg dichtbij een roerdomp hoempen. Heel hard en dus echt heel dichtbij. We weten zeker dat de roerdomp in een stukje zit tussen ons en een boom nog geen vijf meter verderop maar zien hem helaas niet staan.

Plotseling verschijnt er een blauwborst in de boom dat middenin dat rietveldje staat, uitsnede foto blauwborstNIJterwijl de roerdomp zich nog steeds goed laat horen. Karin merkt op dat ze deze vogel nog nooit van zo dichtbij heeft kunnen bewonderen. Hij zingt uit volle borst. Links van ons horen we dan ook nog de koekoek, die we even later ook goed kunnen zien.

Wij zijn het met ons vieren roerend eens dat dit echt een topervaring is. Om zo dichtbij én de roerdomp én de blauwborst én de koekoek te horen, terwijl we nog niet eens lang onderweg zijn en we weten dat er nog veel meer vogels te zien zullen zijn.

We vervolgen het fietspad, met links van ons het meer en rietranden en rechts van ons drassige weilanden, die worden beheerd door de Friese natuurorganisatie. Om de paar meter moeten we eenvoudigweg steeds weer van de fiets stappen. We horen en zien de rietgors, kleine karekiet, rietzanger en bosrietzanger en kunnen ons goed verdiepen in de verschillen tussen de zang van deze vogels.

Rechts van ons duiken ineens kraakwitte lepelaars op. Daarnaast zit de krakeend, zomertaling, tafeleend, bergeend, slobeend, kuifeend, brandgans en kolgans. Terwijl we staan te kijken komt er een bekende van Ellen langsfietsen, die doodleuk beweert dat hij net de roerdomp heeft zien staan. We gaan nog even op zoek maar zien hem niet. Wel spotten we een dodaars met jongen.

Ellen had voor deze dag een hele route uitgestippeld langs Workum en de vogelkijkhutten aan het IJsselmeer, maar moet deze plannen bijstellen omdat we dit lang niet gaan halen. Het is niet erg, we zien zoveel vogels dat we bijna niet uitgekeken raken en we genieten van de intense rust in het zonnetje tussen het meer en de weilanden. Wel spreken we af dat we alleen nog stoppen voor de roerdomp of brand, om nog een beetje vaart te kunnen maken.

Aan het einde van het fietspad gaan we linksaf en kiezen de route naar Heeg, waarmee we ook even kunnen genieten van een oversteek met een pontje. We zien zoveel bruine kiekendieven tot we ze niet meer bijzonder vinden en horen nog van alles, van de groenling tot de holenduif en de gierzwaluw en alle andere minder bijzondere soorten. In Heeg doen we een pitstop in het eetcafé dat jarenlang eigendom is geweest van Ellen.

Daarna zetten we koers naar de kijkhut aan de plasdras tussen IJlst en Oudega dat eigenlijk het hoogtepunt van de dag zou moeten zijn, maar dat al is overschaduwd door alle eerdere mooie ervaringen. We genieten daar van het uitzicht op een grote kolonie kok- en zilvermeeuwen en de kluut, smient, Canadese en de Indische gans. Normaal gesproken broeden hier een twee paartjes steltkluten maar die krijgen we niet te zien. Wel zien we een bergeendencrèche met wel 20 jonkies. In een boom zingt een bosrietzanger zo dichtbij en zo mooi, dat we minutenlang blijven luisteren en staren naar zijn rode keel. Het is een mooi einde van een overheerlijke dag, met 62 soorten op de teller.

Ellen de Dreu