Zeeland – 13 januari 2018

Frank Pierik schreef:
Het is nog donker als we, om 7.30, met ons 7-en klaar staan voor vertrek naar de bestemming van de dag: “Brouwersdam en inlagen”. De weersvoorspelling is prima: een milde wind (ZO 3-4), niet koud voor januari (3-6 graden), lokaal kans op mist die in de ochtend verdwijnt. Onderweg blijkt de mist dichter te worden, en ‘lokaal’ blijkt helaas te gelden voor onze bestemming: bij aankomst (ter hoogte van Haventje Noord) is ons uitzicht over de Noordzee niet ver. Maar dat doet weinig af aan het enthousiasme als we meteen al onze eerste duikers zien dobberen. De kuifduiker, brilduiker, geoorde fuut, en middelste zaagbek laten zich snel zien, en inzoomen op een snelle foto van een overvlieger bevestigt de eerste indruk van een roodkeelduiker. We maken een wandeling langs de dam, en noteren onder meer rotgans, wulp en steenloper.

Hongerig naar meer duikers laten we de koffie nog even in de kan, en verplaatsen we ons langzaam richting de Spuisluis. De mist zal niet helemaal verdwijnen, maar tegen het middaguur is onze wereld wat groter en is er genoeg te zien. Desondanks krijgen we de de parel- en ijsduiker niet in beeld en daarom verplaatsen we ons naar de volgende stop waar deze duikers vandaag al zijn gezien.
Die volgende stop is de Mattenhaven bij Neeltje Jans. We klimmen op de hoge pier en kijken neer op de haven waarin de dobberende drijvers van mosselhangcultuur in rechte lijnen over het water liggen. De drijvers zijn genummerd waardoor we elkaar makkelijk kunnen vertellen waar we welke vogel zien zitten op de drijvers. Dat is weer eens wat anders dan ‘daar een zeekoet’. De zeekoet net achter ‘lijn 14’ staat dan ook rap op ieders netvlies. De parelduiker laat zich snel herkennen door de witte vlek op haar (of zijn) achterflank. En het duurt niet lang tot de ijsduiker in het beeld van onze verrekijkers en telescoop verschijnt, omdat deze twee duikers elkaar opzoeken. Waar het aanvankelijk lijkt op een twist over een vis, krijgen we gaandeweg de indruk dat ze elkaars gezelschap wel waarderen. Ze zwemmen en duiken een tijdje samen, een mooi schouwspel waarbij we goed de verschillende kenmerken kunnen vergelijken. De ijsduiker met een mooie platte kop die zelfs wat ingedeukt lijkt door het hoge voorhoofd, is een stuk groter dan de parelduiker. Het is nu al een geslaagde dag.  De vogelhonger is zeker niet verdwenen, maar laat nu wel even ruimte voor koek en koffie, en voor de andere soorten in de Mattenhaven, zoals grutto en kanoet.
Als iemand ons vertelt waar de zwarte zeekoet is te vinden op de Brouwersdam overwegen we meteen linksomkeer te maken. Maar we bezoeken eerst nog de Prunjepolder, met onderweg een kleine tussenstop bij een akker waar een blauwe kiekendief zich goed laat zien terwijl zij aan het jagen is. De Prunjepolder ligt er heel mooi bij, een zwerm spreeuwen siert de lucht, die eindelijk wat kleur krijgt doordat de zon weer een poging doet om door te breken. Als we uitstappen om de lokale eenden, reigers en steltlopers eens goed te bekijken vliegt een groep van honderden goudplevieren laag over. Na even zoeken vinden we een koppel slechtvalken op de grond.
De tijd vliegt, het wordt weer donkerder, we rijden terug via de Brouwerdam waar de zwarte zeekoet, naar horen zeggen, net is gevlogen voor we parkeren. We besluiten nog even de haven van Stellendam aan te doen voor het daglicht echt verdwijnt. De teller staat op ruim 60 soorten en zo rijden we voldaan terug naar Amersfoort: het is een zeer geslaagde dag geweest.
Op de terugweg groeit al napratend de honger naar de volgende excursies. Dit najaar zal afdeling Amersfoort  terugkeren naar Zuid-Holland en Zeeland voor een 2-daagse excursie.