Guus Peterse schreef:
Een mooie zomeravond. Aan de koele kant maar met meer zon dan we hadden gedacht. Avondexcursie met vogelwacht Utrecht. Bestemming vanavond: nachtzwaluwen, waar dan ook. Plus iets vooraf. Daarbij waren de gedachten al uitgegaan naar de Hoge Veluwe, vanwege kleine vliegenvanger die nog altijd niet alle deelnemers gezien hadden. Hoewel men daarvoor inmiddels ruim de tijd heeft gehad. En toen de melding kwam van een zingende bergfluiter op de Hoge Veluwe, waren we er wel uit. Dit was voor een aantal van ons zelfs nog een lifer: nog nooit eerder gezien. Dus in de vroege avond wandelen we op de Hoge Veluwe over een zandpad het veld in naar een dennenbosje waar al een paar vogelaars staan die ons weten te vertellen dat de vogel tien minuten geleden nog gezongen heeft. Dat klinkt veelbelovend. Het wachten kan beginnen.
Zingende boomleeuwerik, zingende veldleeuwerik, boompiepers. Het eerste verdachte geluidje dat we horen, van vrij ver in het bos, wordt afgedaan als een gemankeerd zingende fluiter die ook in de buurt zit. Die doen dat weleens: laten niet alleen de begeleidende fluittonen maar ook het tragere begin en de kenmerkende versnelling weg. Je hoort dan alleen de snelle triller aan het eind van zijn zang en dat kan erg verwarrend zijn. Later horen we een stuk dichterbij regelmatig een rateltje dat ons helemaal goed lijkt voor bergfluiter. Als er hier een bewezen bergfluiter zit (hij is ook roepend gehoord en dat is nauwelijks te verwarren met fluiter), kan ik niet bedenken waarom dit hem niet zou zijn. En als we hem later vergelijken met zingende fluiters elders, menen we allemaal in ons oordeel bevestigd te zijn: bergfluiter is binnen!
De volgende dag volgt toch de koude douche: opnames die Martijn en Toon hebben gemaakt, blijken toch allebei fluiter te bevatten, en of we tussendoor ook de echte bergfluiter hebben gehoord, als die er al gezeten heeft, durf ik nu niet meer te zeggen. ‘Zijn we er toch weer ingetuind’, zou een zekere oud voetbalverslaggever uitroepen.
Maar goed, dat wisten we op het moment zelf niet. Op het moment zelf waren we gelukkig en blij en bovendien hadden we als bijvangst een eikenpage, een vlindertje dat al geruime tijd hoog op mijn verlanglijstje stond. En ook, terug bij de auto’s, in het veld een mooi groepje wilde zwijnen en een grote groep edelherten.
Daarna was het de hoogste tijd voor de kleine vlieg die al meer dan een maand elders in het park verblijf houdt. Aanvankelijk was die stil en onvindbaar maar ineens zat-ie boven ons. We hoorden ook zijn kenmerkende ratelroepje, wat leuk was want zo vaak hoor ik dat niet. Een geslaagde ouverture dus.
Tijd voor nachtzwaluwen. Daartoe gaan we naar de Edese hei. Daar aangekomen zien we geleidelijk de schemer binnenvallen. We zien de zon ondergaan en aan de horizon zich een fraaie avondlucht ontvouwen, met vegen van rood tegen een donkergrijze lucht. Geelgors zingt. We worden omgeven door junikevers, een vrij saai beest eigenlijk vergeleken met meikever. Dan, het is al behoorlijk schemerig: kwartel. Zijn overbekende roepjes klinken uit de hei verderop. Later zijn we dichterbij, horen we ze luid en duidelijk en zien we zelfs iets dat een kwartel zou kunnen zijn laag over de hei vliegen. En intussen ook: nachtzwaluw. Vrij ver, ze blijven onzichtbaar maar horen is scoren, zeggen we dan. Volgend jaar maar weer eens een mooie zichtwaarneming. Voor nu zijn we tevreden en gaan huiswaarts.