Zuid-Hollandse eilanden – 13 mei 2018

Jeroen Steenbergen schreef:

© GMD

Zomertaling

Zondag 13 mei bracht afdeling Utrecht-stad een bezoek aan de Zuidhollandse eilanden. We hoopten uiteraard op een dag met volop zon, maar helaas bleek deze hoop opnieuw vergeefs: net als voorgaande jaren waarin we laat in het voorjaar deze kant op wilden, hadden we opnieuw gekozen voor een dag met lage temperaturen en guur weer. Uiteindelijk zou het met de regen nog wel loslopen, maar het was bitter koud voor bijna half mei.
Hoe dan ook, met 8 mensen vertrokken we uit Utrecht, nagezwaaid door onze vaste bezoeker, de Slechtvalk op de Conclusion-flat. We hadden besloten om wat dieper Zeeland in te beginnen, vooral om een regenfront te omzeilen.
We reden naar Middelburg en bezochten daar het gebied rond de Zandvoortweg. Langs deze weg liggen allerlei slikjes, en gisteren was hier een Poelruiter gevonden. Deze vogel hadden we al snel gevonden, en deze liet zich prachtig zien. Ook enkele Groenpootruiters liepen hier, waardoor je de verschillen prima kon zien. Een groepje Kemphanen liep al baltsend rond, en er zwommen enkele Zomertalingen. Een opvallende steltloper stelde ons even voor een raadsel, maar het bleek een zomerkleed Drieteenstrandloper, een soort die je hier niet zo direct zou verwachten. Ver achterin merkten enkelen nog een paar Bosruiters op, maar die wilden niet meer uit de begroeiing komen.
We besloten door te rijden naar Middelburg, waar in een park enkele Kwakken vrij broeden. Of deze vogels een wilde herkomst hebben is onduidelijk, maar het is ook zeker niet bewezen dat het ontsnapte vogels zijn. Kortom: waarom niet even gaan kijken. Het park inlopend ontdekten we al snel enkele reigernesten, waarvan er op eentje een Kwak zat. In de bomen eromheen zaten nog vier vogels. In het nest kon af en toe een glimp van een jonge Kwak worden opgevangen. Toch best leuk zo, hoewel een dierentuingevoel op de loer bleef liggen.
Volgende stop was Westkapelle, waar de regen ons toch even te pakken kreeg waardoor een bezoek aan het Noordervroon voortijdig werd afgebroken. Dit wel nadat we soorten als IJseend, Krooneend, Dwergsterns, Grote Sterns, Kleine Zilverreiger en Kanoeten hadden bijgeschreven. Maar het was simpelweg te koud om verder te vogelen.
Dus maar door naar een plekje iets verderop, waar de dag ervoor een Zomertortel was gezien. Deze soort wordt de laatste jaren verrassend lastig, en het is geen eitje meer hem jaarlijks te zien. Uit de auto gestapt hoorden we de duif al snel koeren, en al snel hadden we de vogel mooi in de kijker. Heerlijk geluid toch weer!
Via de Koudekerkse inlagen, waar we een Zwarte Rotgans vergeefs zochten, reden we naar de Prunjepolder bij Zierikzee. Vanaf de Delingsdijk keken we de slikrandjes af, en zagen een paar prachtige soorten als Strandplevieren, Kleine Strandlopers, Zwartkopmeeuwen en Kanoeten.
We bezochten een ander deel van het gebied, waar we opnieuw Strandplevieren vonden en een tweetal Steltkluten. Van deze laatste vloog er een prachtig voor ons langs, zijn enorm lange poten achter zich aan slepend.
Nu was het echt tijd om op te warmen, en onder het genot van warme chocolademelk met slagroom, een passend drankje voor half mei, bespraken we de verdere plannen.
Er was een waarneming zichtbaar geworden van een zingende Roodmus bij Stellendam: die wilden we ook wel. Bij de plek aangekomen bleek deze vogel niet te vinden, maar tijdens een mooie wandeling hoorden en zagen we een mooi rijtje zangvogels als Sprinkhaanzanger, Nachtegaal, Cetti’s Zangers, Roodborsttapuiten en Bosrietzanger. Bovendien vloog een grote groep Zilverplevieren fraai over. Over de Slikken van Flakkee uitkijkend hoorden we Regenwulpen.
We waagden nog één aller-allerlaatste poging om toch nog Temminck’s Strandlopers te vinden, maar ook de slikken bij Melissant konden we deze soort niet vinden. Wel opnieuw weer Zomertalingen en Groenpootruiters.
Inmiddels was het bijna vijf uur en vonden we het wel tijd om de terugreis aan te vangen. Het was een koude mei-dag geweest, maar wel eentje met prima soorten.